Baken

Nu de Waal vlak voor Nijmegen in tweeën is gesplitst, is het even zoeken hoe aan de juiste overkant te komen. Er zijn nu maar liefst drie overkanten, waarvan een eigenlijk geen overkant is maar de andere kant van de laatste overkant. Ik rijd de Waalbrug over, sla rechtsaf, dan weer scherp naar links en ben dan ook de Spiegelwaal overgestoken. Spiegelwaal, een zo veel mooiere benaming voor deze aftakking dan het functionele maar zoveel killere ‘nevengeul’. Een aanduiding die in het geheel geen recht doet aan dit waterbouwkundige meesterwerkje aan de boorden van de rivier. Ik rijd even in dezelfde richting als de rivier al jaren stroomt en via een brug met de poëtische naam ‘Lentloper’ kom ik in Veur-Lent terecht, het gebied dat door de aanleg van de Spiegelwaal een eiland is geworden. Stroomopwaarts kom ik zondagmiddag op de plaats waar ik moet zijn, Café Waalzicht. Zelden was ik in een uitspanning waarvan de naam juister was gekozen. De stad ligt als de achterwand van een groot toneel aan de overzijde van de rivier. Als je ooit wilt weten waarom ik van deze stad houd, spoed je dan naar deze plaats en je weet waarom dit een keizerlijk goed is. Een Nicaraguaanse dichter beschreef de stad ooit als de bruid van de rivier. Hier weet je hoe waar dit is. Ik ben de twee Waalen overgestoken voor de onthulling van het 22e literaire baken van de stad, gerealiseerd door de werkgroep waar ik van het begin af aan lid van ben. Het is een tekst van Adriaan Loosjes (1761-1818) uit de roman ‘Het leven van Maurits Lijnslager’, die ruim twee eeuwen geleden al door had hoe mooi het hier was: ” Zij lieten zich de Waal overzetten en vonden een rijtuig in het zoo aangenaam over Nijmegen liggend dorpje, Lent geheeten. Van daar beschouwden zij met verrukking het zoo heerlijk aan de Waal gelegen, pas door hen verlaten Nijmegen, en herinnerden zich met genoegen hun bezoek op het Valkhof, dat zich met zijn trotsch kasteel en statelijken toren, ter zijde van de stad, in de Waal spiegelde.
Mooie tekst, maar maakt mij nu niet direct een voorstander van de herbouw van de donjon. Als ik zo naar de contouren van de stad kijk, heeft die dat vestingswerk niet echt nodig om aansprekend te zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *