Biechten

De kardinaal heeft gesproken. Niet dat er veel mensen naar hem zullen luisteren en zijn dringende verzoek zullen opvolgen. Nee, ik denk niet dat er een revival  van de kinderbiecht op handen is, hoezeer de eminentie ook pleit voor een oppoetsen van dit wat in onbruik geraakte sacrament. Ik ben van de generatie die nog klassikaal te biecht ging.  Eenmaal in de maand trokken wij onder leiding van Broeder Cassianus naar de kerk. Onder schooltijd. Dat was een incentive die het geheel wat aanlokkelijker maakte. In rotten van twee marcheerde wij naar de kerk, een straat verderop waar de kapelaans en de pastoor ieder hun hun eigen biechtstoel al op de horde kleine zondaars zat te wachten. Een maandelijks ritueel met het vast rijtje kleine zonden waarvan ik mij toen al afvroeg of het echt wel zonden waren. En dat waarvan ik ietsje ouder het zekere vermoeden had dat dat zonde was, dat biechtte ik niet in mijn eigen parochiekerk. Verbeeld je dat mijn eigen kapelaan me zou zien lopen, gewoon op straat en dan weten dat ik dat jongetje was dat de hand aan zich zelf sloeg. Het was in die jaren dat ik ervan overtuigd was dat met mijn zwart beladen zieltje mij hel en verdoemenis, maar toch in ieder geval  enige jaren vagevuur stonden te wachten. Dat noopte mij ter biecht te gaan. De biecht, zo geloofde ik, zou mij redden. Maar daarvoor week ik uit naar een andere kerk, naar een mij onbekende kapelaan, die mij op straat vast niet zou herkennen. Ik biechtte mijn verschrikkelijk vergrijp op, een vergrijp dat niet alleen de hel als ultiem eindpunt had, maar voor die tijd mij gewis zou straffen met blindheid of minstens ernstige ruggenmergaandoeningen. Als penitentie (weten we nog wat dat is?) kreeg ik het opzeggen van de oefening van liefde opgelegd. Pas jaren later snapte ik dat onbegrijpelijke verband. Maar eenmaal dat gebedje opgezegd, voelde ik mij gelouterd, mijn ziel schoon gewassen. En niets stond mij in de weg een geheide recidivist te worden. De biechtstoel heb ik toen al gelaten voor wat hij was. In de kerk waar ik lang actief was de opslagplaats voor de schoonmaakspullen. Wat een prachtige metafoor, de biechtstoel als opslagplaats voor schoonmaakspullen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *