Bijeenkomst

Op rouw kun je je niet voorbereiden. Dat is er. Misschien niet altijd als een donderslag bij heldere hemel, maar rouw manifesteert zich pas op het moment dat het aan de orde is. Natuurlijk probeer je te bedenken hoe het zal zijn als je lief er niet meer is, maar dat zijn treurige fantasieën die zo goed als zeker altijd door de werkelijkheid zullen worden ingehaald. Ik heb geen flauw idee hoe de rouw mij zal overvallen, mocht het ooit zo ver komen. Ik kijk er niet naar uit, naar die schrijnende leegte die ik nu hooguit vermoed, maar waarvan ik pas weet hoe rauw het zal voelen als het zover is.
Het was gisteren precies een jaar gelden dat een meer dan goede kennis van ons overleed. Haar weduwnaar had vrienden en bekenden bij hem thuis uitgenodigd om haar te gedenken. Samen. Het was voor Gade en mij een wat vreemde overgang, ’s ochtends op verjaarsvisite bij een goede vriendin en ’s middags naar deze gedachtenisbijeenkomst, de eerste verjaardag van een sterven. Twee geanimeerde gezelschappen. Vrienden en vrienden van vrienden. Vieren en gedenken doe je het beste samen. Gewoon er zijn, er samen zijn.
Op de gedachtenisbijeenkomst werden weinig concrete herinneringen opgehaald. Iedereen koesterde die van hemzelf. Een korte toespraak. Geen anekdotes. De gastheer sprak mooie woorden, woorden die hij geleend had en waarin hij het had over dat voorbije jaar waarin een dode geliefde een geliefde dode wordt en een verdrietig mens een mens met verdriet, waar herinneringen  er niet waren om je aan vast te klampen, maar om je vooruit te helpen, naar daar waar het leven is. Vooruit, niet achter je. En we toosten op de overledene en noemen haar naam, bijna zoals we ’s ochtends de jarige hadden toegezongen. En zo kun je nog lang leven, zelfs als je overleden bent. Zolang je naam nog genoemd wordt, leef je voort. Een oud Joods gezegde, een waar woord.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *