Boek

Gade was ooit een aantal jaren op nationaal niveau niet onbelangrijk in het boekenvak. Dat leverde haar naast een boel sores ook een tijdje lang een uitnodiging voor Het Boekenbal op en kwam zij ook op de verzendlijst van de Koninklijke Boekverkopersbond. Om de een of andere reden is zij ook na haar Amsterdamse tijd daar op blijven staan. Eergisteren kwam er een pakje voor haar binnen. Van diezelfde bond. Die weten nog wat relatiebeheer is en veronachtzamen hun oude contacten niet. In het pakje zat een mooi uitgegeven boekje. De bond bestaat 105 jaar en had ter gelegenheid daarvan Jan Brokken gevraagd een boekje te schrijven. Een kleinood: “Blok, de boekhandelaar van mijn vader”. Een ode en eerbetoon aan de echte boekverkoper. In dat boek schrijft Brokken ook over de eerste boeken die hij las en op zijn Tomadoboekenrekje zette. Ik had ook zo’n rekje. En ik vraag me weer af wat de eerste boeken waren die ik las. Puk en Muk en de heks en net als Brokken Biggles-pockets. Een van de eerste boeken die ik kreeg was “Heintje van de Hockeyclub” van Jaap ter Haar. Maar hockeyen en het Waterkwartier stonden zo ver van elkaar af, ik kende de regels van dat spel niet eens, dat ik mij van het boek niets meer herinner dan dat in een wedstrijd een speler geblesseerd moet uitvallen en uit sportiviteit het andere team ook met een speler minder gaat spelen. Kom daar nu nog eens om. Later op de H.B.S. kwamen de  verplichte literatuurlijsten. Herman de Mans ‘Kapitein Aart Luteyn” of Aart  van der  Leeuw. Mijn docent Nederlands was nog van een ouderwetse degelijke stempel. Het is nog een wonder dat ik ben blijven lezen. Maar dat kwam vooral door de docenten Frans en Duits. Bij hen lazen we hardop in de klas echte klassiekers als “Le Cid” van Corneille en de Faust van Goethe. Dat vond ik mooi. Dat vind ik mooi met nog heel veel andere moderne literatuur, waaronder Jan Brokken. Wanneer krijgt die man eens een grote prijs?

1 reacties op Boek

  1. Ad Gerrits schreef:

    Helemaal mee eens Jan. Waarom elf antillianen knielden voor het hart van chopin. Weergaloos, wordt inderdaad tijd voor een grote prijs.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *