Codeïnefosfaat

Half Nederland blaft, kucht, hoest. Het heerst zeggen we dan. Ik doe daar zelf van harte aan mee. Al meer dan een week verhef ik mijn stem in het koor van reutelaars. Mijn mooiste solo’s geef in ’s nachts ten gehore. En wel zo luid dat ik nu al meer dan een week Gade uit het echtelijke bed heb verdreven. Zij kan dan in de logeerkamer ongestoord slapen en ik kan even ongestoord mijn decibellen produceren en bacillen verspreiden. Gade heeft medelijden met mij en ik met haar. Het is zo’n kuchje wat te gering is om er voor naar de dokter te gaan. Ook de temperatuur die ik af en toe opneem komt in de verste verte niet in de buurt van koorts en is al nauwelijks verhoging te noemen. Nee, dus niet iets om voor op doktersbezoek te gaan.
Het wordt heel iets anders als de dokter bij jou op bezoek komt. Een van onze vrienden is arts. Eigenlijk zijn er wel twee die arts zijn, maar het gaat nu om die ene die mij gisteren belde om te vragen of hij nog even langs kon komen om een verjaarscadeautje af te geven. Mijn verjaardag had hij aan zich voorbij moeten laten gaan. De koffie was zo gezet. In de gang stonden weliswaar de tassen gepakt voor een weekje in ons boshuisje, maar voor zijn visite was er altijd tijd. Ook hij hoorde tot het koor der kuchers. Zijn vrouw ook, maar zij hielden het gekuch en gehoest onder bedwang met een aan hen zelf voorgeschreven pilletje. Mooi advies, maar hoe kom je zo gauw aan zo’n pilletje als je op het punt staat een weekje weg te gaan. “Misschien heb ik nog wel een receptenbriefje bij me.” Hij tovert uit zijn jack nog een verfomfaaid briefje te voorschijn. Hij schrijft mij Codeïnefosfaat voor. Ik ga direct bij de apotheek langs en haal de pilletjes.
Op naar ons boshuisje. Gade en ik slapen hier weer samen. Weinig gehoest. Lang leve het Codeïnefosfaat, lang leve bevriende artsen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *