Concert

Ik ken van Apeldoorn niet veel meer dan Paleis ’t Loo en de schouwburg Orpheus. En weet dat Francien er geboren is. Zondag was ik weer in Orpheus. Het slotconcert van de Muziekzomer Gelderland 2010 door het NJO Symphonieorkest, tevens het afscheidsconcert van de artistiek leider Reinbert de Leeuw. Mijn vrouw was q.q. uitgenodigd en ik mocht mee. Iedereen was er en voor aanvang was het een beleefd geknik naar hele en halve bekenden. Vaak groet ik dan iemand waarvan ik  geen flauw idee heb waar ik hem of haar van zou moeten kennen. Het NJO had via gulle gevers nieuw slagwerk gekregen en daar was de programmering danig op afgestemd. Ravels ‘La vallée des cloches’ en zijn ‘La Valse’. Zelden zag ik zoveel slagwerkers zo gehaast heen en weer lopen tussen diepe trom en klokkenspel, tussen bekkens en ratelaars. En dan na de pauze is er Zemlinsky’s ‘Lyrische Symphonie in sieben Gesängen nach Gedichten von Rabindranath Tagore, opus 18.’ Wonderlijke teksten op even wonderschone muziek. Hoe anders klinkt muziek in een concertzaal dan uit de hulpeloze speakers die we thuis hebben. En hoe passen hier muziek en tekst bij elkaar. In het laatste gezang zingt de bariton, de componist geeft aan ‘äußerst Langsam und seelenvol’ : “Frieden, mein Herz, laß die Zeit für das Scheiden süß sein.” De zaal huivert, ik in ieder geval. De slottoespraak van de burgemeester van Apeldoorn is kort, zijn stem welluidend. De betovering wordt nauwelijks verbroken. Volgende week ga ik eindelijk weer eens met Francien uit eten en zal haar vertellen over dit concert.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *