Dementie

Het is de week van de dementie. Er wordt op radio, tv, in de krant veel aandacht aan besteed. In mijn familie heb ik maar weinig met dementie te maken gehad. De meeste broers en zussen zijn waarschijnlijk niet oud genoeg geworden om die ziekte te krijgen. Andere kwalen sloegen eerder en fataler toe. In mijn familie kwam het ook maar weinig voor. Herinner mij geen ooms of tantes voor wie het leven alleen maar uit een niet te vatten nu bestond. Nee, familie en gezin ontsnapte daaraan. Op een lid na. Mijn zus. Bij haar zag ik de ontreddering die deze ziekte met zich meebracht. Een ontreddering die ik ook bij mij bespeurde als ik bij haar op bezoek was. Eerlijk gezegd had dat vaker gekund, maar ik bracht de moed niet altijd op. Kon er niet tegen, raakte zelf te veel in de war  van haar onsamenhangende verhalen, van haar acute verdriet om haar gestorven ouders, die al jaren dood waren. Maar zij beleefde het als of zij het bericht net gehoord had. En voor haar was dat ook zo. En als ik dan voorzichtig probeerde uit te leggen, onbegonnen werk, dat papa en moeke al tientallen jaren geleden gestorven waren, huilde ze tranen van net gevoeld, vers verdriet.
Ooit schokte ze mij met de vraag of ik wist wie er dood was en als antwoord op die aan zichzelf gestelde vraag haar eigen naam noemde. De dood was voor haar al bij het leven gaan behoren. De scheidslijn tussen bestaan en niet-bestaan was voor haar weggevallen. Het lijkt of het opperste inzicht dan al haar deel is. Thuis gekomen schreef ik een gedichtje.
DEMENT
De tijd die heeft haar ingehaald
of haalde zij de tijd al in?
Er is geen straks,
geen even nog, |
geen einde
en zeker niet
een nieuw begin.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *