Hélène

Ik had ooit verkering met een meisje. Verkering was eigenlijk een veel te groot woord. Ik was verliefd. Dat gaf onze verhouding beter weer. Of ze dat ook op mij was? Ik geloof het haast niet. Ik troost me met de gedachte dat ze mij wel aardig vond, heel aardig zelfs, maar echt verliefd? Ik zat in het eerste jaar van mijn Academie, zij in het tweede. Ze woonde in de Achterhoek en als ik met mijn broer en zijn vrouw van familiebezoek uit Nijmegen terug reed naar Eindhoven pikten wij haar op bij het station. Mijn broer reed toen in een bestelwagen en zij en ik lagen dan genoeglijk in de laadruimte achterin, knus bij elkaar. En ik dacht toen dat dat best eens verkering kon heten. Romantisch was het wel. We zagen elkaar geregeld in die tijd, die misschien wel een paar maanden duurde. Na de wekelijks sociëteitsavond fietste ik met haar naar kamer, voor de deur namen we afscheid van elkaar. Voor haar reed ik dan dat hele eind om. Ik had geen reden waarom ik dat toen, misschien wel tegen beter weten in, geen verkering zou noemen. Bij het eerste galabal van de studentenvereniging was zij mijn partner. Wij leken een stelletje.
In die tijd was er een Frans liedje tamelijk populair of misschien vond vooral ik het erg mooi omdat het de liefdesgeschiedenis verhaalde van een meisje dat, net als zij, Hélène heette. Ik dacht dat het chanson ook zo heette, maar de eigenlijke titel was Je te réchaufferai. De zanger verhaalt over de komende winter, maar dat zijn lief niet bang voor de kou hoeft te zijn en hij haar wel zal verwarmen, zijn arm om haar heen zal slaan en mocht dat niet helpen dan zal hij haar zijn trui aanbieden. En op hun zolderkamertje zal hij haar verwarmen, een vuurtje maken en desnoods al het hout opstoken, behalve het bed.
Toen, meer dan vijftig jaar geleden zong ik dat liedje heel vaak voor haar, die ik toen mijn lief dacht. Het is een liedje van Charles Aznavour. Ik beluisterde het deze dagen weer geregeld.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *