Lichtjes

Wat moet je geven aan iemand die alles al heeft? Dat moet een vriendin hebben gedacht toen ik afgelopen verjaardag twee ledlampjes voor op mijn fietsventielen kreeg. Het lijken twee buisjes die ik op het ventiel schroef en als ik fiets lichten die lampjes in verschillende kleuren op. Kinderspeelgoed, maar zo gij niet wordt als kinderen… Ik heb de staafjes dus keurig gemonteerd en weet dat als ik in het donker rijd, ja er zit ook nog een licht gevoelig chipje in, mijn fiets een vrolijk lichtpatroon geeft. Officieel is het verboden, je mag alleen maar een voor- en achterlicht hebben en extra verlichting is taboe. Maar ik kan het moment niet afwachten dat een stoere agent mij zal aanhouden en mij zal sommeren op straffe van ik weet niet wat de lampjes te verwijderen.
Gisteravond kwam ik in het donker weer huiswaarts gereden. Het is geen sinecure om na een voetbalwedstrijd weg te komen. Het begint met een mengeling van elkaar ternauwernood ontwijkend fiets- en voetverkeer op de smalle paden van het Goffertpark en dan komt de oversteek van een straat tussen ongeduldige auto’s door en weer een smal fietspad. 12.000 mensen die tegelijk naar huis willen. Pers die maar eens in smalle paden en straten.
Als ik in iets rustiger fietswater terecht ben gekomen, komt er een fietser naast mij rijden met iemand achterop. Een vriend of mogelijk zelfs een broer. De beide knapen lijk genoeg op elkaar om dat laatste waar te maken. Een jaar of 17, 18 schat ik ze. De duo-passagier: “Wat een gerse lampjes, meneer!” Het is de eerste keer dat ik dit woord live hoor gebruiken. Ik ken het alleen van het tv-programma De Week Draait Door, waar je een ‘gerse’ trui kunt winnen door het inzenden van een aansprekend fragment. Hij vraagt me hoe ik er aan gekomen ben. “Gekregen met mijn verjaardag.” “Ai, het duurt nog heel lang voor ik jarig ben”, voegt hij me teleurgesteld toe. “Jammer dat we verloren hebben, hè, meneer, maar het zijn wel blitse lampjes. En u hebt ook nog een accu-fiets ook. Blits!” “Achterop hoef jij ook niet hard te trappen!” “Dat klopt, dag mijnheer, wij gaan hier linksaf.” Ik fiets rechtdoor.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *