Nat

Ik heb zojuist via Internet op de Sint Stevenstoren gestemd als de mooiste toren in Nederland als ik de voordeur hoor opengaan. Normaal komt Gade om een huur of half zeven thuis van haar werk. Nu is het net half drie. Om drie uur blijkt ze een afspraak bij de tandarts te hebben. “Wat zit je toch binnen, het is prachtig weer buiten, ga toch wat fietsen!” Gade is zeer bezorgd voor mijn welbevinden en laat, terecht, geen gelegenheid voorbij gaan mij tot wat fysieke exercitie aan te zetten. Eigenlijk lijkt het me ook wel een goed idee er even uit te rijden, een beetje beweging kan helemaal geen kwaad. Ik trek een jack aan, waarvan Gade vindt dat het veel te warm is. “Heb je nog niet gevoeld hoe lekker het buiten is?” Jawel, hoor, ben al naar de AH geweest en inderdaad het is prima weer. Een dun zomerjackje volstaat. Er hangen wel wat donkere wolken in de lucht, maar buienradar voorspelt dat die net langs zullen trekken. Bovendien zegt mijn buienalarm dat er voor de komende twee uur geen neerslag wordt verwacht. Het komende uur moet het dus droog blijven.
Ik vertrek gelijk met Gade, zij naar de tandarts, ik voor mijn fietstochtje. Ik rij noordwaarts, de wind, die stevig blaast, “maar koud is het niks”, plezierig in de rug. Ik fiets over de Waaldijk en roetsj dan het nieuwe Nijmegen in. Ik kom in nieuwbouwbuurten waar ik nooit eerder was en die ik nauwelijks herken als horend bij mijn stad. Sommige straten zien er uit als een catalogus van bouwstijlen die op de tekentafel er vast mooier hebben uitgezien dan nu in werkelijkheid. Ik beland op een spiksplinternieuw fietspad richting Arnhem, kruis over wat ooit een snelweg was terug naar Nijmegen. De wolken worden dreigender, de wind, feller nu, pal voor. Midden op de Waalbrug breekt een pandemonium los van stormwind, slagregens en een enkele hagelkorrel. Het regent zo hard dat ik mijn favoriete toren, waar ik net nog op stemde, niet kan zien. En ik word nat, doornat, drijfnat. “Geen neerslag verwacht” stond op mijn i-phone. Wel gekregen. Het leven blijft verrassend. Als Gade thuiskomt, vraagt ze of ik erg nat ben geworden. Ze leeft zo fijn met me mee.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *