Willen weten

Gade is haar spullen aan het pakken. Morgenvroeg zal ik haar naar Arnhem brengen waar de bus vertrekt die haar een weekje naar de hoge bergen zal brengen. Gade heeft van tijd tot tijd de hoge bergen nodig. Om er te wandelen, bloemetjes te bekijken, uit te rusten, bij te tanken, maar vooral ook om de hoge bergen in al hun majesteit te zien en mogelijk een antwoord te krijgen op de vraag waarom ze zo hoog zijn. Misschien om de sneeuw te vergaren, het dal voor de kou te bewaren of gewoon als een veilige stut voor de hemelboog. Ik heb niet het idee dat ik die woorden nu zelf verzin.
Ik blijf gewoon thuis. Eigenlijk niet helemaal gewoon. Overdag zal ik veel thuis zijn, maar de nachten zal ik bij Zoonlief en zijn vrouw logeren. Voor de zekerheid. Natuurlijk kan mij overdag ook van alles gebeuren, ik weet ook wel waar een ongeluk ligt. Maar ik vind het prettig ’s nachts iemand in de buurt te hebben. Schijnveiligheid, dat weet ik ook wel, maar die schijn houd ik dan graag op. Bovendien is het goed voor het vader-zooncontact, zes nachtjes uit logeren. Een tijdje terug logeerde ik al even bij mijn zoon. Dat beviel goed, mij in ieder geval. Het was lang geleden dat ik in een eenpersoonsbed sliep en die sponde met niemand deelde. Maar ik heb als een roos geslapen. Soms gaat dat slapen gepaard met grote dromen waarin ik nog al wat geluid lijk te maken en hele redevoeringen afsteek. Gade weet daarvan mee te praten. Wie door mijn nachtelijk gewauwel wel heen slaapt ben ik zelf en Harrie, de poes, die liggend op het voeteneind zich nergens door laat storen. Zij zal zich vast ook wel schikken in haar eenzaam lot de komende zes nachten. Zij heeft een groot bed voor haar alleen.
Ik ga deze week proberen een antwoord te vinden op de vraag waarom de zeeën zo diep zijn, de wolken zo snel en de mensen zo moe.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *