Beslissen

Nog even en wij hoeven niets meer te beslissen. We hoeven niet meer na te denken of we het ene zullen doen en het andere zullen laten. Heel veel kan eenvoudigweg niet meer. We hoeven niet meer na te denken of we naar de film gaan, want er draaien geen films meer. En eten doen we thuis want de restaurants gaan sluiten. We werken thuis. De straten worden leger en leger, wie waagt zich nog buiten met de kans op besmetting.
Ik was van net na de oorlog. Dat dacht ik. Ik was blij dat ik in een voor mij vreedzame wereld opgroeide, leefde, geen gevaar te duchten, geen vreemde overheersing. Oorlog was voor mij van toen. Was het nooit helemaal vertelde verhaal van mijn vader waar ik mij nauwelijks iets bij kon denken, niets kon voelen. Een ver van mijn bed show. Ik was een kind van de jaren ’70, een boomer. Bloemen in het haar, posters aan de muur. Een tekst: “Stel je voor, er is oorlog en niemand gaat er heen”.  Maar de oorlog die nu woedt, daar hoef je niet naar toe, die komt wel naar jou toe. Sluipt op kousenvoeten dichter en dichter bij. En die vijand gaat niet tellen. Valt ook aan als er minder dan 100 mensen bij elkaar zijn. Sluipmoordenaar en massavernietiger in een. Berg je, maar waar?
De komende week zijn wij de stad uit. Een weekje weg, het veilig fort verlaten. Even doen of er niets aan de hand is. Vluchtgedrag, maar vluchten kan niet meer. Weg blijven bij mensen, niemand hoeven zien. Voor hoe lang? Nooit gedacht zo iets mee te maken. Ik begin te bevroeden dat ik er nu langzaam achter kom hoe oorlog voelt. Maar anders dan in andere oorlogen is er met de vijand niet te onderhandelen over een wapenstilstand. Het wapengekletter komt onhoorbaar dichterbij al wassen we 1.000 keer per dag onze handen en hoesten we onze ellebogen vol.
Hoe lang zal het duren voor ik weer een relativerend stukje over domme daagse dingen kan schrijven? Of is de wereld definitief veranderd? Is er voor onbevangenheid nog plaats?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *