Garantie

Ik ben nu meer dan twintig jaar buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Hoeveel huwelijken ik in die tijd gesloten heb? Ik zou het niet weten. Zo tegen de 1.000. Dat betekent ook 2.000 gelukkige mensen. Tenminste voor één dag. Ik leef niet in de ijdele veronderstellingen dat door mij gesloten huwelijken meer tegen tijdsinvloeden bestand zullen zijn dan het gemiddelde huwelijk. Ook bij mij zal het echtscheidingspercentage wel ergens tussen de 30 en 40 liggen. Ik geef geen garantie op eeuwig geluk. Als vertegenwoordiger van de wet heb ik daar niets over te zeggen. De wetgever vraagt in artikel 81 van boek 1, titel 6 van het Burgerlijke Wetboek wel: “Echtgenoten zijn elkander getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd. Zij zijn verplicht elkander het nodige te verschaffen.” Mooi gezegd, maar verder een dode letter. Want op niet naleving staat geen enkele sanctie. Er komt geen politieman aan de deur die zal vragen of je je echtgenoot of -genote wel het nodige verschaft. Hij zal ook geen bekeuring uitschrijven als hij constateert dat je op dit gebied nalatig bent. Ik ken de jurisprudentie niet, maar ik geloof niet dat er ooit een echtscheiding is uitgesproken op grond van het niet naleven van het genoemde artikel. Toch wijs ik de paren die ik trouw op het bestaan van dat artikel en de cruciale betekenis van dat simpele zinnetje dat echtgenoten verplicht zijn elkander het nodige te verschaffen. Meestal is dat aanleiding voor het uitwisselen van betekenisvolle blikken tussen de in de trouwzaal aanwezige paren. Zo van nou hoor je het ook nog eens van een ander. Een mini-evaluatie van de eigen relatie. Het bruidspaar zelf knikt dan meestal instemmend, want daarvoor waren ze toch gekomen, om dat nog eens voor en door de wet bekrachtigd te krijgen.
Een enkele keer  heb ik weinig fiducie in het huwelijk dat ik ga sluiten. Dan denk ik, jongens begin er toch niet aan. Zoals bij dat paar dat bij het voorbereidingsgesprek al ruzie met elkaar kreeg en een van de partners boos uitriep: “Ik ga in de  tuin een sigaretje roken, zoek jij het verder maar uit.”  Of de bruidegom die tijdens de huwelijkssluiting er steeds blijk van geeft de zaak niet zo serieus te nemen.  Op zo’n huwelijk durf ik geen weddenschap af te sluiten. En garantie geef ik dan al helemaal niet, zelfs  niet als ze het bonnetje  goed bewaren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *