Dierendag

Ze vond het maar niks en dat liet ze duidelijk merken ook. Dacht ze liefdevol door de baas opgepakt te worden, over haar kopje geaaid te worden, iets wat zij altijd zeer waardeerde. Wat haar betreft kon ze niet genoeg geaaid worden, maar nu wordt ze in een klein hokje gestopt. Ze was al weer bijna vergeten dat ze ooit eerder hierin kort gevangen werd gezegd. Ze had er heel slechte herinneringen aan. Wat er toen gebeurd was kon ze zich niet precies meer herinneren, maar ze weet wel dat het geen prettige gevoelens  waren. Ze merkt hoe het koffertje met tralieraam waar ze in zit wordt opgepakt. De sussende woorden van haar baasje zijn niet aan haar besteed. Klagelijk miauwend geeft ze van haar ongenoegen blijk. “Baas, wat doe je me toch aan” lijkt ze duidelijk te willen maken, maar Baas gaat haar lot niet verlichten. Integendeel, ze wordt in de auto gezet. En als ze ergens een hekel aan heeft dan is het aan autorijden. Dat is een jeugdtrauma. Ooit, net aan het begin van haar leven, nu zo’n vijf jaar geleden, zat ze ook in een auto. Die stopte bij de oprit van een snelweg en daar werd zij uit de auto gegooid. Oogjes nog nauwelijks open werd ze gevonden. Ze werd naar een asiel gebracht en daar na een tijdje opgehaald door de mensen waar ze nu nog bij woonde. Daar was  niks mis mee. Integendeel, het was er goed van eten en drinken en ze had weinig last van de twee mensen die in dat wat zij als haar bed beschouwde met haar sliepen. Vond ze gezellig, zo met zijn drieën. Veel gezelliger in ieder geval dan dit autoritje. Ze begon nog klaaglijker geluid te maken, wanneer kwam er een einde aan deze beproeving?
Gelukkig, de auto stopte. Maar het bleef spannend. Waar was ze nu dan toch? Ze mocht uit haar gevangenisje. Een mevrouw met een witte jas tilde haar er uit. Ze hoorde de mevrouw zeggen dat zij er prachtig uitzag. Maar ze vertrouwde het niks. Wat een vreselijke dag, opgesloten zijn, een autorit en dan deze enge ruimte. Bij het naar binnengaan had zij een bordje naast de deur gezien. Dierenkliniek, las ze. Ze troostte zich met Jan Camperts woorden “Er komt een dag na elke nacht, voorbij trekt elke wolk”. Over een paar dagen zou het Dierendag zijn, dan kreeg ze vast iets extra lekkers.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *