Dorp

Mijn ochtendkrant begint met een nieuwe wekelijkse serie “Op zoek naar het dorp in de stad”. De eerste bijdrage is van Jan van Mersbergen, ooit uit een Brabants dorp naar de grote stad verhuisd. En nu, na vijfentwintig jaar, is hij nog steeds op zoek naar het dorp in de stad.
Ik ben niet in een dorp geboren. Ik ben in een stad geboren, niet zo’n heel grote stad, maar naar Nederlandse begrippen toch een vrij forse stad. Voor mensen die die stad kennen noem ik ook altijd de wijk waar ik geboren ben. Dat geeft nog meer richting aan waar ik vandaan kom. Ik weet dus uit eigen ervaring niet wat een dorp is. Ik ben er niet geboren, het dorpsgevoel  moet ik dus ontberen.  Ik kan er dus ook niet naar op zoek. Of moet ik mij een dorpsgevoel aanmeten? En wat is dat dan? Geborneerdheid, kneuterigheid, het elkaar overdreven in de gaten houden, vermeende saamhorigheid. Waarom krijg ik bij een dorpsgevoel deze wat negatieve associaties? Misschien omdat ik nooit in een dorp gewoond heb. Ik ben blij dat ik naar die wat onaantrekkelijke dorpsgevoelens niet op zoek hoef. Ik ben in een stad geboren, heb hier zo goed als heel mijn leven gewoond, de laatste 22 jaar in een klein kneuterig straatje. Een straatje waar ik de meeste mensen ken, vrienden heb gemaakt en waar vaak, als was het de Brink in een Drents dorp, op straat een praatje wordt gemaakt. Maar maakt dat een straatje in een stad tot een dorp? En ben ik een betreurenswaardig schepsel omdat ik niet in een dorp ben geboren en het gevoel dat daar bij zou horen alleen van horen zeggen ken of daar zelf een fantasievolle pastorale invulling aan geef? Ik ben als stadse jongen tevreden met mijn afkomst. Ik mis het niet dat ik niet uit een dorp kom. En wat is er te missen aan de bebouwde kom van een gemeente op het platteland, zoals Van Dale een dorp omschrijft, kleiner dan een stad, groter dan een gehucht?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *