Geijsteren

Ik ging naar Geijsteren. Nee, niet om de brug te zien, alhoewel er Maas genoeg was om een brug over te slaan. Ik zat wel in het gras aan de oever, dronk een kop koffie en menig boot voer voorbij. Maar zonder vrouw die psalmen zong, alleen een scheepsjongen, die met een schuurmachine de stilte in stukken scheurde. Dan was de boot, die Valencia heette, de bocht weer om en uit beeld en mijn leven gevaren. Ik hoopte dat zijn hand mij zou bewaren.
Gade was voor een paar dagen met een vriendin er op uit. Met de kampeerbus. Ik zocht haar op, samen met de vriend van de vriendin. Niet ver. Er was geen brug, wel een rivier en gras en koffie en ik zat op de bank bij de rivier en parafraseerde Nijhoff. Schamele poging.
De kampeerplaats lag op de grens waar twee provincies elkaar ontmoetten. De rivier als scheidslijn en wegen die afwisselend Brabants en Limburgs waren. Straten die, zo leek het, niet konden kiezen bij welke zachte g ze wilden horen.
De golven kabbelden tegen de oever en zongen voor mij weer dat oude vertrouwde lied van toen ik als klein jongetje pootje baadde in het door mijn vader met keien afgezette privé strandje aan de rivier waar ik minder dan 100 meter vandaan was geboren.
En zo werd het lunchtijd. Bijna de dorpskern voorbij gereden. Geijsteren, het centrum opnieuw bestraat, één lunchcafé, maar meer is niet nodig, dat nog lijkt uit te hijgen van de net voorbije kermis. Wat daar van rest is een reuze partytent, veel te groot voor het handjevol gasten dat komt voor de lunch of een biertje. Hertog Jan. Geijsteren, een kerk, een café en een stratenmaker die de laatste stenen legt. Precies zoals het hoort
Drie uitsmijters met ham en kaas, een broodje kroket. Zelfs de lunch is zoals het hoort. Bij de koffie nog een stukje vlaai. Precies zoals het hoort.
Wikipedia: “Geijsteren telde op 1 januari 2016 425 inwoners, verdeeld over 175 woningen.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *