Hemel

Om de veertien dagen op de woensdagmiddag zing ik. Ik schreef er eerder over. Heel veel dames, een handjevol mannen. En ja we proberen meestal tweestemmig te zingen, soms zelfs driestemmig en geloof het of niet, een enkele keer lukt dat ook nog. Het is duidelijk, het koor, meer een zanggroep, nog meer een groep zingende mensen is er voor het plezier. Het plezier in zingen. Het repertoire is tamelijk eenzijdig. Als een deuntje niet gecatalogiseerd kan worden als smartlap maakt het geen enkele kans om ooit gezongen te worden. En zo walsen we elke veertien dagen van ach vader lief, via adio, adio, adio naar laat maar lekker gaan. Een groot aantal van de liedjes was mij volkomen vreemd, maar het is repertoire dat snel went en dat je je even vlug eigen maakt. En zo galm ik van harte mee dat ik blij ben dat ik je niet vergeten ben en vraag ik me af waarom jij mij hebt laten staan. We zingen een uur, dan een drankje en dan nog een goede drie kwartier. De enthousiaste leidster, wier een van de voornaamste taken is ons gedurig tot stilte te manen, begeleidt de zang, of tenminste wat daar voor doorgaat, op haar keyboard en een accordeonist geeft de juiste toon aan. Het zangplezier lijkt soms omgekeerd evenredig met de kwaliteit, maar leuk is het. Leuk totdat er iets onverwachts en ongewensts gebeurd.  We galmen aan de hand van Marianne Weber (wie kent haar niet) dat ik me met jou in de hemel voel als er aan de sopraanzijde iemand onwel wordt en langzaam ter aarde zijgt. Nog voor dat we bij het zinnetje “en dan zweef ik met jou door de hemel” zijn, stokt de zang. Een kort moment van ontreddering. 112 is snel gebeld. De getroffene blijkt aanspreekbaar. Er wordt een pauze ingelast. Voor de zekerheid gaat de ambulance met haar richting ziekenhuis. Wij zingen de schrik van ons af: “Ik wil met jou lachen en zingen, delen de vreugde altijd. Ik wil met jou dansen en springen, tot in alle eeuwigheid. “

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *