Huwelijk

Ik ben nu al een fiks aantal jaren, meer dan twintig, buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Jaarlijks sluit ik gemiddeld zo’n 50 tot 60 huwelijken. Dat komt dan in totaal neer op zo’n ruim 1.000 paren die ik in de afgelopen jaren in de echt heb verbonden of het partnerschap heb geregistreerd. 1.000 paren, 2.000 mensen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek leert mij dat de gemiddelde huwelijksduur bij echtscheidingen zo rond de 14 jaar schommelt. Er is dus alle reden om aan te nemen dat van de 2.000 mensen die ik getrouwd heb er nu al heel wat gescheiden zijn. Mijn echtscheidingspercentage  zal niet veel afwijken van het landelijke percentage dat van 32% in 2003 inmiddels al net over de 40%  bedraagt. En dat betekent in mijn geval dat er van die 2.000 mensen er nu of binnenkort 800 gescheiden zullen zijn.
Zulke cijfers  zijn natuurlijk fnuikend voor de geloofwaardigheid van mijn functie. Het is maar goed dat de wet zich niet uitspreekt over de onverbrekelijkheid van de huwelijksband en ik zal het in mijn toespraken en toespraakjes daar ook nooit over hebben. De eeuwigheid is mij nu net een aantal bruggen te ver. En garanties geef ik niet, zelfs niet als je het bonnetje goed bewaart.
Ik kom tot deze overpeinzing door een artikel van de filosofe Simone van Saarloos in Trouw van vandaag. In de serie over scepsis rept Saarloos over ‘het monogame drama’ dat zij bevestigd ziet in de wettelijke huwelijkssluiting. Zij verbaast zich erover dat veel mensen trouwen omdat dit bij de komst van kinderen gunstiger is in fiscaal en juridisch opzicht. Zij vindt het bizar dat de staat de belofte van levenslange liefdestrouw aan één partner een voorkeursbehandeling geeft. En daar gaat mevrouw Saarloos in de fout. De staat,en ik al helemaal niet, geeft  enige garantie. Niet op liefde , niet op trouw. Daar heeft de staat niets over te zeggen. Ja, als je trouwt ben je verplicht elkander het nodige te verschaffen. Daar kan trouw en liefde bij horen, maar dat maken de huwelijkspartners zelf wel uit, hoe ze daar mee om willen gaan. Daar heeft de staat niets mee te maken en daar matigt een ambtenaar van de burgerlijke stand, zelfs een buitengewone zich geen oordeel over aan.

Eén reactie op Huwelijk

  1. Joos van Dooremalen schreef:

    Gade en jij ….al lang samen.Trouw en liefde…. In ieder geval geen kwestie van ‘un keerske opstèke en hope da ut aon kumt waoie’ en ‘je krieg ut ok nie fan eiges mee’…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *