Laat

Het staat duidelijk op de trouwkaart: “Om 15.00 uur trouwen we in…” Iedereen is er ook. Het bruidspaar, de ouders van bruid en bruidegom, de bijna 70 verdere familie en vrienden. Iedereen, totdat de bruid opmerkt dat er een zus en een vriendenstel nog niets is. Het rikraaien begint. De ceremoniemeester vindt dat er niet veel langer gewacht kan worden. Ik, als ambtenaar van de burgerlijke stand, zeg dat we nog wel even kunnen wachten. De bruid stelt gedecideerd dat we pas beginnen als de laatkomers er ook zijn. Het is over kwart over drie als ze aan komen hollen. De bruid is niet verbaasd. Zuslief blijkt altijd en overal te laat te zijn, dus waarom ook niet op haar bruiloft. Ze zou het vreemd gevonden hebben als zus op tijd was geweest. Dan was er vast iets aan de hand geweest. Het enige excuus van de laatkomster is dat ze nog zo druk was geweest en de toevoeging; “Maar nou ben ik er!”
Zelf heb ik een zeer ambivalente houding tegenover te laat komen. Bij vergaderingen of afspraken neem ik het niet zo nauw. Dan ben ik of scherp op tijd of ietsje te laat. Daarmee ontloop ik onbewust de prietpraat vooraf. Niet dat ik niet graag praat, maar weet niet altijd waar ik het, in de loze tijdspanne voor een vergadering of bijeenkomst begint, over zou moeten hebben. Zeker als het iets is waar ik weinig mensen ken, heb ik zelden de aanvechting om zo maar met een onbekende een gesprek over, ja waarover, te beginnen.
Hoe anders is het met op tijd zijn bij reizen. Dan ben ik altijd ruim op tijd. Te ruim op tijd. En hoe verschil ik daarin met Gade, die dan meer de houding heeft die ik bij afspraken heb. Net op tijd. Als we samen reizen voegt ze zich lieftallig naar mijn lichte neurose  en is te vroeg met mij op het station of bij de bushalte. Ik waardeer dat zeer.  Gade en ik kennen elkaar sinds 1988. In 2002 trouwden we. Veel te laat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *