Letter

“In English, please”, antwoordt het bruidspaar als ik hen bij binnenkomst in de trouwzaal vraag in welke taal ik de ceremonie zal doen. Zij is geboren in Baku toen dat nog de hoofdstad was van een van de Sovjetrepublieken, maar nu heeft zij een paspoort van het zelfstandige Azerbeidzjan en hij is Italiaan. Via een aantal omzwervingen is het paar dat elkaar drie jaar geleden op haar vakantie in Italië ontmoette in Nijmegen terecht gekomen. Daar werken ze nu allebei. Er is een handjevol familie uit Italië en Baku overgekomen. Een kleine intieme plechtigheid die volgens de gemeentelijke normen een kwartiertje mag duren. De moeder van de bruidegom, ik zie het aan haar gezicht, ontgaat wat ik zeg volkomen. Zelfs mijn beste Engels is niet aan haar besteed. Maar ik zie wat ontroering op haar gezicht als bruid en bruidegom elkaar het ja woord, in dit geval “Yes, I do”, geven. Met een ferme hamerslag bevestig ik mijn uitspraak dat zij door de echt aan elkaar zijn verbonden. Een voor hen vreugdevolle gebeurtenis, als ik dat tenminste afmeet aan de mate waarin zij samen zitten stralen.
Als ik door de gangen van het stadhuis loop kom ik een collega van vroeger tegen. Ik vertel haar dat ik net een paar getrouwd heb. “Dan mag je wel wat vrolijker kijken.” Maar waarschijnlijk heb ik mijn gezicht al in de treurstand staan. Ik ga dadelijk naar de crematieplechtigheid van een kennis en kan mij nog niet losmaken van een ander recent overlijdensbericht van een vrouw van 50, drie nog niet zo oude kinderen, prachtige baan, goed leven. Totdat de ziekte toesloeg. Toen zij net in Nijmegen kwam werken , woonde ze in afwachting van meer definitieve huisvesting bij ons.Een paar maanden. In het voorbijgaan spraken we geregeld over theater, Nijmegen en cultuurbeleid of het ontbreken daarvan.
Een huwelijk, een crematie,overlijden. Zo’n dag. Trouwen en rouwen. Een letter, wat een verschil.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *