Markt

Dit is het laatste bericht uit Bergen. Maar eigenlijk is het geen bericht uit Bergen, want het wordt weer geschreven vanuit de thuisbasis. Bergen ligt al weer een nacht slapen achter ons. Maar de herinnering is nog vers, de warmte van het strand zit nog in mijn lijf. En ik hoef mijn ogen niet eens dicht te doen om mij weer in het centrum van het dorp te zien dwalen over de zaterdagse markt waar een doorgaande straat voor wordt afgesloten. Grote vrachtwagens wurmen zich nu door een piepklein straatje, een straatje dat maar ternauwernood gedeeld wordt met fietsers, heel veel fietser en wandelaars die vrijelijk gebruik maken van de weg en het trottoir links laten liggen als namen zij deel aan de intocht van de Vierdaagse.
De markt van Bergen is een markt van van alles wat . Bakkers verkopen hun biologische broden, er staat een slagerswagen en een immense kaashandel, een groenteboer, een bloemenkraam. Er is dierenvoeding te koop.Het standbeeldje van Adriaan Roland Holst gaat schuil achter tentdoek. Even lijkt het of de grote dode dichter voor zijn tentje staat, of hij weer kampeert op de markt van het dorp waar hij zo lang woonde en nu ingebouwd is door kaas- en worstverkopende campers.
Op de markt staat ook een kraam vol tweedehandsboeken.Op een groot deel van de voorraad geeft de verkoopster 50% korting. Een van de bordjes meldt dat het om decemberkorting gaat.  Waarom zou je op de eerste augustus geen decemberkorting kunnen geven? Met een beetje fantasie is alles mogelijk.
In de bak met verzetsboeken kom ik het Geuzenliedboek uit 1943 tegen, waar ik eerder uit Bergen over berichtte. Natuurlijk kan ik het niet laten liggen. Voor € 2,- mag ik het nu het mijne noemen . Ik zoek de regels die mij zo bezighielden: “Ik snak naar een dag vol van rood, wit en blauw,/ Met den zwier van Oranje er boven…” en vind ze op pagina 64 van mijn uitgave. Ik koop ook nog een bundeltje van vertaalde gedichten van Prevert en een mooie vertaling van Antoine de Saint-Exupéry’s  ‘De Kleine Prins’ uit 1970 . Als ik weer thuis kom blijk ik daar ook een eerste druk van te hebben uit 1951, maar van De Kleine Prins krijg je nooit genoeg. Ik lees het weer in een ruk uit op het strand van van Bergen: “Alle grote mensen zijn eerst kinderen geweest (maar alleen een héél enkele herinnert ’t zich).”
Tot zover de Berichten uit Bergen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *