Meeuw

Er is een meeuw geland. Mag je van landen spreken als hij neergeschoten is? Een laatste dwarrelende vlucht, een laatste stuiptrekking en dat wat ooit sierlijk op een vleugje wind onmetelijke cirkels tegen de hemel schreef is niet meer dan een hoopje veren, wat bebloed dons.
Ik zag gisteren in de Arnhemse schouwburg die nu stadstheater heet Oostpool met “Een Meeuw” van Anton Tsjechov. In een bewerking die aan het stuk, meer dan 100 jaar oud, geen afbreuk deed. Integendeel. Er was veel te genieten. Op de eerste plaats het verhaal, met al zijn lagen en waar je naar believen als toeschouwer jouw laag uit kon halen. Ging het over een moeder-zoonrelatie dan kwam je aan je trekken. Zag je er meer de aspiraties van de beginnende artiest in of daarentegen de angst van een kunstenaar die de top van zijn kunnen voorbij was, het zat er voor de goede beschouwer in. Of was jouw identificatiefiguur de berustende ouderdom die alles “super” vond, de regisseur had die mooi samengebald in de oude man. Door zijn ogen bekeek ik de voorstelling. Een voorstelling die niet alleen door zijn uitvoering van de tekst, maar ook door zijn decor een feest was. Een feest voor het oog. In een Hopperiaanse omgeving leverde dat een verrassende beeldtaal op die hoe concreet ook veel aan de verbeelding over liet. Een moderne hertaling zonder gewild modernistisch te worden. Pure schoonheid
Het is altijd moeilijk om in juiste woorden een theaterervaring te beschrijven. Het verhaal na vertellen is het meest dodelijke middel om de voorstelling te ontkrachten. Theater is zo veel meer dan het verhaal, het is ook het beeld, de zeggingskracht en geloofwaardigheid van de door de acteurs vorm gegeven personages.
Citaat:”Je moet het leven niet laten zien zoals het is. Of zoals het moet zijn. Maar: zoals we het dromen.”
Oostpool is daar wonderwel in geslaagd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *