Muurtje

Ik was het eigenlijk nooit zo eens met Willy Alberti die zong dat niemand zijn eigen kind graag alleen liet en het liefst een muurtje om haar heen bouwde. Natuurlijk heb ik mijn kinderen nooit helemaal alleen gelaten. Als het nodig is kunnen zij op mij rekenen. Maar een muurtje er om heen? Nee, dat is en was nooit zo mijn opvoedingsstiel. Ik ben niet zo van de muurtjes. In onze achtertuin is jaren geleden het scheidingshek tussen onze tuin en die van de buurman al gesneuveld. En dat geeft me een ruimte. Op het oog lijkt je tuin gelijk twee keer zo groot. Ooit had ik een tuin die wel omgeven was door een manshoge schutting. Het leek dan of je privacy had, maar dat hield in dat je de buren niet zag, maar wel hoorde. Die buren hadden zo’n relatie dat geen muur of schutting hoog genoeg was om hun regelmatige gekrakeel, zeg maar gerust ruziegeluiden, te weren.
Onze voortuin kent een laag muurtje als afscheiding met de buren en de straat. Een muurtje van niks. Een muurtje waarvan Trump zou zeggen dat het een bad wall was, a very bad wall. Maar zelfs dat muurtje van niks bleek aan slijtage onderhevig. Een deel stond los op zijn grondvesten en dat had ik ooit meet een ijzertje vastgezet, maar het wiebelde nog steeds een beetje. En tegen het andere deel van het muurtje was ooit een auto gereden. Daar kunnen muurtjes slecht tegen en het vertoonde dan ook een fikse breuklijn die de duurzaamheid niet ten goede kwam. Hoe de auto het er heeft afgebracht, ik zou het niet weten. Ik heb het idee dat een trekhaak de ergsteĀ klap heeft opgevangen. Intussen lieten ook heel wat voegen los. Kortom, het muurtje stond op instorten en zelfs een klein muurtje wil je op niemand terecht laten komen. Gisteren is het oude muurtje afgebroken. En historisch verantwoord komt op de zelfde plek een perfecte replica te staan. De metselaar is aan het werk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *