Onderweg

Als je weg van huis bent, op weg naar je bestemming ben je onderweg. Soms is dat kort, soms is dat lang en wat voor de een lang is, is voor de ander kort. Ik ben voor mijn doen lang onderweg geweest. Van 9 tot 5. Dat is nog niets vergeleken met de vlieguren die ik ooit naar Nicaragua of Japan maakte, maar toch, het is een werkdag, wel met een paar pauzes en twee korte files. Die bij de Antwerpse ring is onvermijdelijk. Daar komt zo veel verkeer bij elkaar dat het wel vast moet lopen. Beter dan de Westerschelde wat dieper maken, kunnen ze die ring wat wijder en breder maken.Wij hebben vast nog wel ergens een polder liggen die we met het garanderen van een hoge natuurwaarde binnen de kortste keren tot een vedronken land kunnen promoveren.
We hebben niet van tevoren uitgezocht waar we onze nachtelijke tussenstop zullen maken. Net na Orléans verlaten we de tolweg en rijden via de Route National het echte Franse land binnen. We stoppen in het eerste het beste dorp. Een kerk, met op het plein ervoor oude platanen, een restaurant en een Tabac, dat zoals het hier hoort, een café is. Mannen spelen een soort snooker met alleen maar witte ballen en een rode. Aan de bar twee gasten en erachter een man en vrouw. De man negeert ons helemaal, de vrouw zegt Bonjour, als wij bonsoir hebben gezegd en nee, een Chambre d’Hôte hier in dit dorp. Laat staan een hotel.
We volgen ons eigen spoor. De Tomtom denkt nog steeds dat we onderweg zijn naar Montaut en raad ons om te keren, om te keren en nog eens om te keren. Ik leg haar het zwijgen op. Op eigen kracht komen we in een Hotel***gastronomique ‘l’Órée des chenes’ in La Ferté Saint Aubin. Nooit van gehoord? Wij ook niet. Maar de lengte van de oprijlaan is vast recht evenredig met de rekening die wij straks moeten voldoen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *