Politiek

Ik heb voor mij zelf nog geen verklaring kunnen vinden voor het gegeven dat ik met een ogenschijnlijke belangstelling kijk naar uitzendingen vanuit de Tweede Kamer. Vast pandoer voor mij is op dinsdagmiddag het vragenuurtje, dat stipt om twee uur begint. Wakkere Kamerleden hebben iets  in de krant gelezen of op tv gezien en willen nu van een minister of staatssecretaris weten wat die daar van vindt, vaak voorafgegaan door de vraag of het de minister bekend is dat. Vragen die een normaal mens aan zijn collega stelt bij de koffieautomaat: “Hé, Karel heb je vanochtend ook gelezen dat de rente iets omhoog lijkt te gaan, wat vind jij daar nou van?” Dat kan dan een boeiende conversatie opleveren met een koffiebekertje in de hand, maar op het niveau van de volksvertegenwoordiging  vind ik het vaak maar oppervlakkig geneuzel. Natuurlijk is het voor de kleine eenmansfracties (grote eenmansfracties bestaan er niet, Jan!) vaak de enige manier om aan wat tv-exposure te komen, maar om daar nou een heel parlement mee lastig te vallen.  Natuurlijk moeten we zuinig zijn op onze democratische verworvenheden, maar het vragenuurtje werkt voor mij, hoe geïnteresseerd ik ook ben, toch ook vaak vooral als een uitstekend slaapmiddel voor mijn middagdutje.
Gisteren zapte ik geregeld naar kanaal 502 NPO politiek. De Kamer riep de premier en de hele top van Veiligheid en Justitie op het matje vanwege de Teevendeal Dat soort debatten zijn als detectives, waarvan je op de eerste bladzijde al weet hoe het zal aflopen. Er wordt ritueel gedanst, de premier gaat diep door het stof. Aan het eind van het debat is het nog even wachten op de indiener van de motie van afkeuring, die door zo goed als de hele oppositie onderschreven wordt, maar het toch niet zal halen. En een verworpen motie is geen motie.
Met enige ontroering zie ik hoe Norbert Klein, die ik mij toch herinner als een slimme liberaal in een verder conservatieve VVD-gemeenteraadsfracties, herhaaldelijk naar de interruptiemicrofoon snelt en alle ondertekenaars van de motie vraagt naar de duiding van de motie. Je moet wat doen om op tv te komen.
Als de motie is verworpen snellen twee tassendragers naar de premier. Hij glimlacht niet. De Kamer stroomt leeg. Zelfs daar kan ik met enig genoegen naar kijken. Het decor is soms beter dan de spelers.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *