Schoonheid

“Zullen we een eindje gaan fietsen?” vraag ik Gade. Het ochtendregentje heeft plaats gemaakt voor een mild zonnetje. De kneuterigheid van de verkleinwoorden sluit naadloos aan bij wat ik voel. Er even tussen uit, even wat bewegen. We overleggen waar naar toe te gaan. Zijdewinde, de uitspanning aan de ander kant van de rivier, of blijven we aan deze kant, de polder in. Gade weet van het bestaan van een gelegenheid aan de dijk, een mooi keerpunt waar koffie geschonken wordt. We suizelen de stuwwal af. Voor ons uit een jonge vrouw op skates. Beneden halen we haar in. Het dijkcafeetje is alleen nog maar in het weekend open. Vandaag is het donderdag. Dan maar verder de polder in, de dijk af. Een leeuwerik wiekt zich omhoog, bijna de hemel in. De meidoorn is uitgebloeid. Er wordt gewaarschuwd dat er een veerooster nadert. Ik lees veerooster als veer ooster, al heb ik geen idee wat dat zou kunnen zijn, een veer ooster. Mogelijk de tegenhanger van een veer wester.
Het terrasje straalt een en al krakkemikkigheid  uit. Zal in de wervingsfolder van het B&B vast en zeker als rustiek geafficheerd worden. Met de appeltaart is helemaal niets mis. Brutale mussen komen eens kijken of er kruimels te pikken zijn. In het bloeiende koolzaad zingt een karekiet. Voor ons strekt de polder zich uit. Een droombeeld, een groene vlakte met her en daar wat struiken die corona-afstand van elkaar ingenomen lijken te hebben. Wolken overhuiven het beeld en gelukkig niemand die zegt dat het typisch Hollandse luchten zijn. In de verte de contouren van de stad, waar het druk is, mensen lopen, bussen rijden, herrie en geroezemoes. Hier alleen maar vogelgeluid en strijklicht. Schoonheid.
Terug naar huis. Zie nog een staartje van de musicalfilm ‘Funny Girl’. Barbra Streisand. Gade kijkt even mee. “Wat een schoonheid”, zegt ze. Het is bijna te veel van het goede, zoveel schoonheid op een middag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *