Thuis

Ik ben maar een weekje weg geweest. Wel naar het buitenland, dus echt weg. Alhoewel je zoals wij maar 10 kilometer van de grens wonen, het buitenland ook maar een heel betrekkelijk begrip is. Arnhem is van ons uit verder weg dan het buitenland. Maar toch voelt het anders aan als je weer van uit het buitenland thuiskomt. Zelfs als dat van een Heimatbedevaart is. Als je de Heimat voor thuis verwisselt.
Als de auto de straat in rijdt, lijkt er niets veranderd. En dat is ook zo. Maar toch als ik het huis binnenga moet ik altijd weer even wennen. Het is of het huis een andere maat heeft dan dat ik in gedachte had. Het huis moet me weer gaan passen. De kamers lijken kleiner, andere weer groter. De tuin heeft zich met meer groen getooid. De televisie lijkt kleiner dan dat die was. Misschien wel omdat die in het huisje in de Hunsrück zo veel groter was. De overburen die op de kat hebben gepast, dat betekent op tijd zijn voerbakje hebben gevuld, worden begroet. Andere buren hadden niet eens door dat we een weekje weg waren geweest. En de kat zelf begroet ons met een klagelijk gemiauw dat we graag uitleggen als een verwijt. Voor hem zijn we te lang weggeweest. Dat moet eerst ingewreven worden voor hij laat blijken dat hij blij is met onze terugkomst. Dat verzinnen we zelf allemaal maar. De kat kan het niet schelen wie hem te vreten geeft, als hij het maar krijgt.
Gade pakt de koffers uit, ik kijk de post door. Bedelbrieven voor verschillende goede doelen, een enkele rekening, maar verder niks geen leuke post.
Het is 4 mei. Tegen achten gaan we naar het Traianusplein, naar het beeld van de Vaandeldrager, het oorlogsmonument. Met heel veel mensen zijn we daar precies om acht uur twee minuten stil. We zijn weer thuis.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *