Verhuizing

Morgen ga ik weer verhuizen. Ik zal ons tijdelijke onderkomen in Semelin, een buurtschap van het dorpje Mont-et-Marré weer inwisselen voor mijn eigen vast woonadres. Eigenlijk is dat geen echte verhuizing. Als je dat doet dan neem je huis en haard op en plaatsen die permanent ergens anders. Nu was ik maar amper een weekje weg en wat ik nodig had paste in een koffertje en toilettas en van de inhoud van dat koffertje is nauwelijks de helft gebruikt. Een mens heeft maar weinig nodig om te overleven.
Ik zal met enige weemoed morgen afscheid nemen van dit huis en zijn grote tuin. Het is een goede plek, vol rust en zo Frans als het maar zijn kan, ook al is het al tientallen jaren in Nederlandse handen. Morgen zullen we weer ruim 700 kilometer afleggen om weer thuis te komen, als het meezit. En als het tegenzit doen we er twee dagen over, we laten ons niet haasten. We moeten voor 10.00 uur vertrokken zijn. Staat in het huurcontract en daar zullen we ons aan houden. Een paar uur zijn we dan tussen hier en daar, weg van waar we waren en nog niet daar waar we zullen zijn. Dan is de auto ons huis, 700 zoevende kilometers lang.
Gisteren verhuisde ik ook in een mum van tijd. En toch zaten er vele duizenden kilometers tussen de ene plaats en de andere. Ik sloeg David Grossmans  ‘Komt een paard de kroeg binnen’ dicht en begon in Annelies Verbeke’s ‘Dertig dagen’. Ik ging van “Wel thuis en welterusten.”, Grossmans slotzin naar Verbeke’s openingszin: “Hij rijdt door het warme, klare weer, door het landschap dat hem vreemd blijft maar waarvan hij aarzelend is gaan houden.” In de tijd die nodig is tussen het dichtdoen van het ene boek en het openslaan van het andere heb ik mij door ter plekke te blijven in mijn luie leesstoel in een vakantiehuisje in Semelin (Frankrijk) verplaatst van Netanja (Israël) naar de Westhoek (België). Een mens verhuist wat af in zijn leven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *