Vorkje

De vorige keer dat W op bezoek was, moest hij op tijd weer weg. De toen net ingestelde avondklok  dwong hem vroeg in de avond weer te vertrekken om voor 21:00 uur weer thuis in de grote stad U te zijn. Nauwelijks tijd dus voor gezellig natafelen na dat er een vorkje geprikt was. Als W op bezoek komt wordt er altijd een vorkje geprikt. Dat is al sinds jaar en dag zo sinds W een keer onverwacht, vergezeld van een vriend, langskwam. Het was tegen  etenstijd en W vroeg zich af of zij een vorkje konden mee prikken. Sinds die tijd is het vast pandoer dat als W komt er ook een vorkje wordt mee geprikt.
Ooit in een heel ver verleden waren Gade en W buren, maar ook veel meer dan dat. Gezamenlijke vriendinnen bonden hen aan elkaar en zo ook dus aan mij. Niet dat onze levens nauw verboden waren, maar het was toch een verwevenheid waar schering en inslag een fraai patroon vormden. Een patroon dat met iets wijdere tussenruimte toch bleef bestaan, ook toen W naar elders vertrok. Maar we bleven elkaar volgen, een leven lang. Wij gingen op bezoek naar de grote stad U waar W ging wonen. Er werden verjaardagen gevierd, kinderen geboren, relaties verbroken maar het contact bleef. Gelukkig. En nu komt W weer een vorkje prikken, samen met een dochter die hier in de stad is komen studeren en nu van tijd tot tijd op de koffie komt.
We nemen alle tijd voor het eten, voor het vorkje prikken, zoals dat nu nog steeds heet. Er is geen avondklok die ons tot haasten dwingt, tot laat rijden er nog treinen van hier naar daar en terug. We respecteren, zij het met tegenzin, de rivm-voorschriften. Met W zijn we niet gewend anderhalve meter afstand te houden. Maar de vrijbuiters die wij ooit dachten te zijn,  voegen zich keurig.
W vertrekt. Vult een flesje met water voor onderweg. Wij zwaaien ze uit. Weer binnen zien we dat W zijn flesje water heeft vergeten mee te nemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *