Winterflirt

Mijn clopidogrel is op. Dat betekent een wandelingetje naar de apotheek. Kort geleden zijn ze verhuisd en sindsdien heet mijn apotheek niet meer gewoon Apotheek v.d. Ploeg. Mijn apotheek gaat met de tijdgeest mee en heet nu  Pegasus Apotheek. Zullen ze wel hun reden voor hebben. De apotheek ligt op een hoog punt, maar om dat punt nu direct met de Olympus te vergelijken.
Ik trek mijn jas aan, pet op, das om. Het vriest stevig, maar een tochtje naar de apotheek zou mij goed moeten doen. Met dit weer waag ik me toch te weinig buiten. Ik stiefel over de slecht geveegde stoepen over aangekoekte sneeuw naar boven.
Er zijn een paar mensen voor mij. Als ik aan de beurt ben begroet de apotheekmevrouw mij met een stralende glimlach en zegt: “Dag mijnheer Roelofs.” Ik ben verbaasd dat zij mij bij naam kent. Herinner me niet ooit eerder door haar zelf geholpen te zijn. Ik vertel haar dat mijn clopidogrel op is en weer een nieuw voorraadje nodig heb. Haar computer spreekt dat niet tegen. En ik zeg haar ook dat ik verbaasd en verheugd  ben dat zij mijn naam kent. Ze lacht en zegt dat als iemand zo vaak komt om medicijnen te halen je hem herinnert. Ik kijk haar aan en zeg dat dat nou jammer is. Dat ik veel liever had gehoord dat ze gezegd zou hebben: “Mijnheer Roelofs, u hebt een onuitwisbare indruk op mij gemaakt, daarom heb ik uw naam onthouden.” En ik kijk haar met teleurgestelde blik aan. Ze glimlacht nog steeds en ik heb het idee dat ze licht bloost als ze achter een schot verdwijnt om mijn medicijnen te pakken.
“Is er verder nog iets van uw dienst?” En nog steeds is er die stralende glimlach.
“Nee, dank u wel, dank u wel mevrouw…” en ik noem haar achternaam. Die ken ik omdat die levensgroot op de pui staat en in heel kleine lettertjes op de etiketten op de medicijnendoosjes.
De weg terug loopt een stuk lichter en niet alleen omdat het bergaf gaat of de stoepen geveegd zouden zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *