Zand

Er lijkt een doem te liggen op ons tripje naar Arnhem. Als we vertrekken moet Gade nog even terug om haar rijbewijs te halen. Samen met een goede vriendin gaan we naar de voorstelling van Jan van den Berg. Die vriendin heeft noodzakelijkerwijs de beschikking over een invaldenparkeerkaart, maar die heeft zij thuis laten liggen. Zo’n parkeerkaart maakt het mogelijk vlakbij de schouwburg gratis te kunnen parkeren. Maar zonder kaart kan dat niet. Gade zet ons af voor de deur van de schouwburg en gaat op zoek naar een parkeerplaats, betaald. Gade heeft haar pinpasje thuis laten liggen, gebruikt de mijne voor de parkeerautomaat, maar dat betekent dat de vriendin even de kaartjes moet voorschieten, die vriendin en ik gaan halen, als Gade opzoek gaat naar een plaats waar zij de auto kan stallen. Klein ongemak, ik weet het ook wel, al dat geregel, maar aanleiding genoeg voor lichte irritatie. Kaartjes ophalen. Ik noem de naam van Gade. Nee, op die naam zijn geen kaartjes gereserveerd. Waar of ik woon, vraagt de kassière. Ik geef mijn adres. Of ik Ita  Roelofs ben? Nee, ik heet Jan. Ita blijkt haar uitspraak van mijn voorletters te zijn. Jtae. Ja, die heeft wel kaartjes gereserveerd. Gade had bij wijze van uitzondering mijn naam genoemd.
Jan van den Berg heeft zich jarenlang theatraal beziggehouden met het Higgsdeeltje. Maakte daar wondermooie en raadselachtige voorstellingen over. Tijdens zo’n toneelesk exposé kreeg je vaak het idee dat je er alles van begreep, van die onbegrijpelijke wereld. Maar eenmaal uit de voorstelling bij de nazit lukte het al niet meer om ook maar een beetje logisch verhaal te vertellen over wat je gehoord had. De betovering van het theater optima forma.
Nu neemt Jan ons mee op zijn zoektocht naar een oase te midden van het zand. Een ruim uur verhaalt hij, de geboren verteller ons over zand. Zand dat loopt, zingt, danst, vliegt en waait. De hele wereld over.
Volgend jaar weer te zien.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *