Afscheid

Onlangs vertelde ik van mijn overgang van de ene fitnessclub naar de andere. Vijf, zes, misschien zelfs wel zeven jaar was ik actief geweest bij dat kleine clubje in de Ooij. En hoe je het ook wendt of keert er ontstaat toch iets van een band na zoveel jaren. Eigenlijk was ik bij dat clubje weggegaan zonder ordentelijk afscheid te nemen. Als een dief in de nacht was ik weggeslopen. Gewoon in het nieuwe seizoen niet meer verschenen. Ik had natuurlijk wel de begeleidende fysiotherapeute geïnformeerd. Maar dat was het dan wel. Ook al drong zij er op aan nog een keer langs te komen om iedereen gedag te zeggen. Ik heb mijn schouders opgehaald, meer niet. Doorgaans ben ik de hoffelijkheid zelf, maar in dit geval liet ik het op zijn beloop. Vraag me niet waarom. Gecultiveerde botheid? Pseudostoerdoenerij? Onbeholpenheid?  Of een mix daarvan? “Doe ze maar de groeten”, had ik de fysiotherapeute die ook nog familievriendin is, meegegeven. En zo dacht ik er mee weg te komen.
Vorige week viel er een fel rode envelop in mijn brievenbus. Daarin een wenskaart met de tekst “Denk aan je…, een kaartje om je te laten weten dat je niet wordt vergeten.” Binnen in de kaart een lang zelf gemaakt rijm. Daarin wordt nog eens ingegaan op het grote verlies dat het groepje heeft geleden met mijn vertrek. Maar tussen de regels, en is in een goed gedicht niet het belangrijkste wat tussen de regels staat, klinkt ook het stille verwijt van mijn woordeloze vertrek.
Na het lezen is er schaamte over mijn botte gedrag. Maar hoe maak je zo iets weer goed? Is er wel een mogelijkheid om dat recht te breien? Ik verzin een cliché. Ik koop wat roze roosjes. Rode is in de meeste gevallen te zwaar aangezet en ik zorg dat ik vlak voor het einde van het maandagse fitness uur ter plekke ben. Ik zeg dat het mij een goed idee lijkt de bos te verdelen en de roosjes te laten drogen zodat iedereen nog tot in lengte van dagen aan mij kan denken. Ik blijf een ijdeltuit. De fysiotherapeute stelt voor de bos te verloten. Dat wordt weggehoond. En zo gaat iedereen met twee roosjes naar huis en ik koester de gedachte iets goed gemaakt te hebben.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *