Appel

Ik eet een appel. Ik eet elke dag een appel. An apple a day keeps the doctor away. Dat is wat mij betreft maar de halve waarheid, wat niet bekent dat twee appels wel het beoogde resultaat zouden hebben. Ik laat mij het dagelijkse appeltje goed smaken. Gade heeft mij geleerd, of liever voor gedaan, een appel helemaal op te eten. Er was een tijd dat ik het klokhuis niet at. Maar nu consumeer ik deze vrucht helemaal, met kroos en al. In het klokhuis blijken heel veel gezonde bacteriën te zitten lees ik in een oud krantenbericht. Ik  word gewaarschuwd voor het eten van de pitjes zelf, die mogelijk een giftig stofje zouden kunnen bevatten. Voor mij geen reden om niet de hele appel te eten. Een risicoloos bestaan is toch voor niemand weggelegd. Eerlijk is eerlijk, ik eet niet de hele appel, het steeltje blijft over, maar dat is dan ook het enige.
Ik eet mijn daagse appel. Helemaal. Alleen het steeltje niet. En met dat steeltje in mijn hand welt de vraag bij mij op hoe het toch kan dat de appel bij het groeien precies weet wanneer wat van hem (of haar) verwacht wordt wat te vormen. Wanneer is het steeltje aan de beurt, wanneer het vruchtvlees, de schil, het klokhuis en de pitjes? Met als uiteindelijk resultaat een smakelijke appel. Wat stuurt de appel van een fraaie witte bloesem tot wat ten slotte terecht komt op de fruitschaal, wachtend om gegeten te worden, rauw, als  moes of ingrediënt in gebak (met slagroom). Wie of wat heeft al de informatie in het proces ‘appel’ gestopt? Een zich oneindig herhalend proces dat mij verwondert, betoverd op een warme middag en waar ik geen antwoord op vind. Daar is het veel te heet voor.
Naast het huis waar wij de komende dagen verblijven staat een kersenboom. Vruchten te over. Steeltje en pit eet ik niet. Maar de vraag blijft het zelfde.

Eén reactie op Appel

  1. Kees van Wezel schreef:

    Héél verstandig Jan, vergeet ook niet dagelijks een rauwe wortel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *