Appen

“Heb je de koffie klaar?” roept een vriend mij vanaf zijn fiets mij toe. Ik sta voor de kantoorboekhandel om de hoek en pak een krant uit het rek. Gade heeft me terwijl ik nog zat te ontbijten gevraagd om een plaatselijke krant te kopen. Er staan wat artikelen in die zij per se wil lezen. Ze vraagt ook of ik die wil fotograferen en met een appje haar al vast wil toesturen. Ik zeg haar dat ik dat wel wil proberen, maar de vraag is of me dat gaat lukken. Ik ben wel niet helemaal een digibeet, maar het is ook weer niet zo dat ik alle ins en outs van mijn i-phone onder de knie heb.
Mijn om koffie roepende vriend moet nog even een boodschap doen. “Ik zet de koffiemachine al vast aan, tot zo,” voeg ik hem toe. Hij weet veel meer van de mij niet altijd inzichtelijke elektronische wereld dan ik. Kan me dan ook helpen bij het vesturen van de foto’s van de krantenartikelen. Als hij komt gaan we voor de koffie aan de slag. Blijkt veel eenvoudiger dan ik had gedacht. Hij neemt het heft in handen. En ook mijn mobieltje. Drukt op wat knoppen en voor ik het in de gaten heb zijn er haarscherpe foto’s overgestuurd. Nu maar zien te onthouden hoe dat ook weer ging als ik het een keertje zelf moet doen.
En dan is er koffie. Twee kopjes zelf. We bespreken de gefotografeerde artikelen en wat er verder in de wereld speelt. Het zijn gesprekken die mij wel bevallen, samen wat uitwisselen, meningen toetsen en bijstellen, koetjes en kalfjes bespreken. Grote gedeelte van zo’n gesprek gaan nergens over. Het verbaast me dat je drie kwartier samen kunt praten, genoeglijk en wel, en dat het eigenlijk nergens over ging. Misschien wel een illustratie van de heerlijke zinloosheid van het bestaan.
Ik bel Gade. De foto’s zijn goed overgekomen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *