As

Morgen is het 36 jaar geleden dat mijn oudste broer stierf . Veel te jong, 53. Maar welke leeftijd is wel geschikt om te sterven? 53 in ieder geval niet. Toen, in 1979 lag er in die dagen sneeuw, veel sneeuw. Op de begraafplaats kwam de lijkwagen slippend vast te zitten. Het was een koddig gezicht om een stel dragers in lange jassen en met hoge hoeden de auto weer in het rechte spoor te zien duwen. Zo’n beeld paste ook wel bij onze familie die we vaak gekscherend Circus Roelofs noemden.
Mijn broer werd begraven. Maar de laatste jaren werd het graf niet of nauwelijks  meer bezocht. Reden voor mijn nicht, zijn enige dochter om zijn stoffelijke resten op te laten graven en vervolgens te laten cremeren. Een mooi besluit. Ik vroeg haar of ik wat van de as kon krijgen. In een klein urntje. Na de dood van mijn oudste broer waren ook mijn andere broer en twee zussen gestorven. Ik heb ook wat van de as van mijn jongste broer en mijn jongste zus al bij mij in mijn werkkamer staan. Het urntje met as van mijn oudste zus staat al een tijd bij mijn neef, die steeds vergeet het mee te nemen als hij mij ziet. Maar dat komt nog wel.
Begin van de week was ik bij mijn nicht in Eindhoven. “Vergeet het urntje straks niet mee te nemen.” We drinken koffie, vieren de verjaardag van mijn schoonzus, die daar maar weinig weet van heeft. Na een paar uur vertrek ik. Ik sta al buiten als mijn nicht zegt: “Het urntje!” Weer bijna vergeten.
Naast elkaar staan nu drie urntjes. Het lijkt of ze staan te wachten op het vierde urntje. Dat moet nu ook maar gauw mijn kant opkomen. Mogelijk zijn er mensen die het maar een macaber idee vinden. Zo’n rijtje urntjes met de as van mijn overleden sibbe. Mij geeft het een vertrouwd gevoel. Een heel vertrouwd gevoel. Memento mori.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *