Blaf

De nachten op het buitengoed waar we nog een paar dagen verblijven, zijn stil. Heel stil. En ze dienen tot waar nachten voor bedoeld zijn. Veel en diep slapen. We plakken elke dag een paar uur aan de nacht vast. Het enige geluid dat door het geopende raam naar binnen komt is het zachte roepen van de pauw. Hij past zijn volume aan het uur van de nacht aan. Het klinkt of hij op zoek is naar zijn partner, waarvan hij weet dat die niet meer komt. Een hopeloze roep, een hopeloos verlangen. De nacht wordt beschenen door een overvolle maan. De nacht is vredig en rustig. Wij slapen, door niets gestoord. Dan, in het middenste van de nacht, slaat de hond van de buren aan. Een indringend geblaf doorklieft de stilte. “Hoorde jij de hond ook?” Ja, de ander hoorde de hond ook. “Er zal toch niet?” Gade en ik realiseren ons dat we beneden niets hebben afgesloten. Keukendeur en terrasdeur geven vrijelijk toegang tot onze bezittingen. De tweeĂ«nhalve week dat we hier nu verblijven, is nog geen van die deuren op slot geweest. ’s Nachts niet en overdag niet, als we weg waren om het Bretonse land te verkennen. We vertrouwden op de twee meter hoge muur die het buiten omgeeft.”Zullen we toch maar even de boel op slot doen?” “Ja,laten we dat maar even doen.” In het maanbeschenen duister sluiten we de beide deuren. Weer terug in de echtelijke sponde herinnert Gade mij aan het gruwelijke verhaal van jaren geleden toen een Nederlands echtpaar in hun Franse vakantiehuis beestachtig werd afgeslacht. “Dacht jij daar ook aan?” “Ja, daar dacht ik ook aan.”
De hond blijft verder stil. Zelfs het wegrijden van een auto even later is voor hem geen reden iets van zich te laten horen. De nacht voltrekt zich verder zoals die moet en duurt door de interruptie zelfs een half uur langer. We missen niets uit ons huisje. Vanavond zullen we bij het naar bed gaan de deuren op slot doen, zodat, hond of niet, de nacht ongestoord kan verlopen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *