Das

Vandaag heb ik voor het eerst sinds maanden weer een pak aan. Nu ik al een paar jaar geen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand meer ben zijn er nauwelijks meer gelegenheden waarbij een pak tot de min of meer gewenste outfit hoort. Als babs was het een soort bedrijfskleding. Ik liet het bruidspaar de keuze hoe ze getrouwd wilde worden. Door een ambtenaar in een keurig donkerblauw kostuum met stropdas of een ambtenaar in een toga met daarop in gouddraad geborduurd het gemeentewapen.
Maar vandaag heb ik dus weer een pak aan. Geen stropdas, die draag je niet op een zwarte coltrui. Ik heb vandaag een etentje. Als echtgenoot van Gade mag ik mee aanzitten aan een diner van een organisatie waar zij aan verbonden is. Ik heb geen idee hoe chique de bijeenkomst zal zijn en is het zaak niet over- maar zeker niet underdressed  te zijn. Mijn daagse dracht is een casual pantalon met een trui. Maar een jasje lijkt mij toch wel het minste. Ik ben lid van een club waarbij het tot voor een paar jaar gelden usance was om minimaal met jasje-dasje te komen. Nu is het merendeel van de leden bij een bijeenkomst in wat wel vrijetijdskleding wordt genoemd. Nee, een campingsmoking is er niet bij en daar zal het ook wel nooit van komen. Kleding maakt de man, zeggen we toch niet voor niets.
In mijn werkzame bestaan droeg ik meestal een stropdas, zeker toen ik een representatieve functie kreeg. En als ik eens een dag geen stropdas droeg lag er altijd wel een in mijn bureaulade voor het geval dat een stropdas om verschillende redenen op prijs werd gesteld. Vlug een dubbele windsor geknoopt en aan de slag. Ik voelde dat altijd een beetje als verraad aan Prins Claus die ooit publiekelijk op koninklijke wijze zich had ontdaan van zijn stropdas. Dat ik straks zonder das aan tafel ga beschouw dan ook maar als een eerbetoon aan mijn lotgenoot.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *