Deelder

Jules Deelder is dood. Ik ben geen Deelder-kenner, bij lange na niet. Deelder hoorde voor mij wel bij een heel speciale categorie mensen. Die van de leeftijdloze. Mensen die er altijd zijn  of tenminste altijd geweest lijken te zijn. Het maakt niet uit of ze al dood zijn of nog leven. Op de een of ander manier dragen zij de eeuwigheid in zich. Wie zijn voor mij leeftijdloos?  Een kleine selectie, nergens op gestoeld en volkomen arbitrair en onvergelijkbaar. Toon Hermans, Ramses Shaffy, Oscar Wilde, Voskuil, Leonard Cohen, Joop de Uyl. En zelfs nu zij overleden zijn, zijn ze voor mij springlevend. De dood heeft geen vat op hen. Is het toeval dat in mijn rijtje leeftijdlozen alleen maar doden staan vermeld? Vast niet. Pas als ze gestorven zijn lijken zij dat extra aureool van onsterfelijkheid te gaan dragen. Daarvoor lijken zij te druk geweest te zijn met de dingen te doen die hen pas bij nadere beschouwing leeftijdsloos maken. Onsterfelijk, en daarmee mee leeftijdsloos, dat wordt je pas als je gestorven bent. Wat een verrukkelijk paradox.
Jules Deelder was er gewoon. Markant beeld. Ik ken hem niet of nauwelijks, een paar flarden van zijn gedichten, hoorde en zag hem een paar keer optreden, waarbij het leek of hij Jules Deelder speelde, maar gewoon Jules Deelder was. Geen karikatuur van zich zelf, alleen maar zich zelf. Een vermogen om jaloers op te zijn.
In de gang van mijn huis hangen in lijstjes bijzondere uitgaven van gedichten. Ook een van Deelder, een reactie op de koffiepotten van Klaas Gubbels:
Koffie is de troost des volks
Maar wat is koffie zonder pot
Een natte bruine plek, een vlek

Pas de pot schenkt koffie vorm
En daarmee de bron voor ons
Van veel genot
De pot is God.

Deelder is dood. Leeftijdloos en onsterfelijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *