Jij-bak

Ik klaag niet over mijn woordenschat. Zonder al te veel overdrijving ligt die waarschijnlijk iets boven het gemiddelde. Kom op, ruim boven het gemiddelde. En toch drong zich gisteren bij mij een nieuw woord op. Het was zo’n dag dat ik slalomde tussen het lezen in de nieuwe Jan Siebelink, een harinkje eten, via “Uitzending gemist” naar Penoza kijken en het volgen van kamerdiscussie rond de regeringsverklaring. En daar gebeurde het. Femke Halsema die Stef Blok verweet te gaan jij-bakken. Het woord kwam me vaag bekend voor. Zeker, ik had het eerder gehoord, maar toen niet wetend wat het zou kunnen betekenen het achteloos gelaten voor wat het was. Jij-bakken. Ik hoef me niet te schamen dat ik het woord niet kende. Je hoeft je overigens nooit te schamen als je een woord niet kent. Je moet je juist schamen als je doet alsof je een woord wel kent, maar  geen flauw idee hebt wat het zou kunnen betekenen  en het dan toch gebruikt. Een zeperd ligt op de loer. Mijn ochtendkrant, toch een zusje van een kwaliteitskrant, plaatst het tussen aanhalingstekens als zij schrijft dat collega’s van VVD-fractievoorzitter Stef Blok vinden dat hij zich te veel  schuldig maakt aan “jij-bakken”. Dus ook voor deze krant hoort dit woord niet tot het dagelijkse taalgebruik. Ik bevind mij in goed gezelschap. Mijn woordenboek en via Google Wikipedia helpen mij verder. De Van Dale geeft een niet al te sprankelend voorbeeld van een jij-bak en omschrijft het (hoeft niemand het meer op te zoeken) als “flauwe beantwoording van een verwijt, spot of hoon door die rechtstreeks terug te kaatsen naar wie ze geuit heeft: “jammer dat je zo lelijk bent!”-“nou je bent zelf ook niet zo mooi”-“hè, wat een jij-bak!
Het loopt tegen elfen. Zo dadelijk begint Rutte met de beantwoording van de hem gestelde vragen in de Kamer en zullen er nog vele interrupties volgen. Ik maak me op voor het een paar uur volgen van de “jij-bakkers”. Wat mij betreft voor eeuwig tussen aanhalingstekens.

2 reacties op Jij-bak

  1. Van Westrenen schreef:

    Dank schrijver, uit mijn hart gegrepen, verhelderend, maar ik mis iets. Wie en wanneer gebruikte dit ‘onwoord’ voor het eerst, zo niet Halsema wie dan wel? En: waarop slaat “bak” (wat een leuke bak, o.i.d?). Immers “tu quoque” = “jij ook” en niet “jij-bak, jijbak of jij bak”. Het zou een “jij-ook, jijook of jij ook” (of wat te denken van “jijoken”, gijtevensen of andersom) moeten zijn. vanwaar die bak?

  2. Shiver me timbers, them’s some great information.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *