Kolping

Vanavond zal ik vast en zeker weer smullen van het derde deel vanĀ  ‘De Kolping: een volkswijk in renovatie’, de tv-serie over een Nijmeegse, zeg maar gerust Nimweegse, buurt. Die buurt gaat op de schop. Er worden huizen gesloopt, nieuwe gebouwd en andere gerenoveerd. Het is de bedoeling dat de bewoners tijdens dit proces op de een of andere manier in hun buurt kunnen blijven wonen door tijdelijk in wisselwoningen te trekken. In de serie zien we wat dat alles bij de bewoners te weeg brengt en hoe de twee medewerkers van de woningbouwvereniging op betrokken wijze deze ingrijpende operatie begeleiden.
Het programma is voor mij niet zo maar de zoveelste tv-documentaire. Ooit, in een nauwelijks meer herinnerd verleden was het mijn eerste echte werkterrein. Ik mocht zelfs een paar weken eerder uit militaire dienst om in het Buurtcentrum ‘De Goffert’ dat zich met name op de Kolpingbuurt richtte als jongerenwerker aan de slag te gaan. Mijn belangrijkste activiteit daar was het runnen van de tienersoos ‘That’s Soul’ die een aantal avonden in de week een ontmoetingsplaats heette te zijn voor de jeugd uit de Kolpingbuurt en de aanpalende Landbouwbuurt. Jeugd met een heel eigen normenpatroon. De illusie dat ik met een sociaal-cultureel programma een wezenlijke bijdrage kon leveren aan het welzijn en geluk van deze groep ben ik al gauw kwijt geraakt. Hun aspiraties gingen niet veel verder dan het drinken van cola en het nuttigen van bierworstjes. En van drugsproblematiek hadden ik, noch de bezoekende jongeren enig notie. De opwinding werd vooral veroorzaakt door Toos, een van de jonge bezoeksters die de jongens van de soos voor een flesje cola en een bierworstje in de achterliggende bossenĀ  van het Goffertpark wel met hand- en spandiensten ter wille wilde zijn.
Ik werd niet gelukkig in mijn eerste baan.De betrokkenheid van de jongeren was groot. Ik herinner mij de keer dat ze met een compleet bankstel kwamen aanzetten. “Voor de soos!”, zeiden ze, maar een half uur later stond het bankstel in de fik.
Negen maanden heb ik het daar in het buurtcentrum volgehouden. Negen lange maanden, waar elke soos-avond weer verrassend anders uitpakte en ik de nodige ervaring op deed. Ervaring, dat is volgens Oscar Wilde, de naam die wij geven aan de optelsom van onze vergissingen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *