Majesteitsschennis

Commotie in het land. Op de verjaardag van de Koningin houdt een studente in Utrecht een karton omhoog met daarop de tekst “Weg met de monarchie. Het is 2013”. Een paar dagen later mag zij bij Pauw en Witteman haar wat onbeholpen verhaal doen. Als ze zegt dat al heel veel andere mensen achter haar staan, dat er al comités in oprichting zijn en dat op 30 april ons nog heel wat te wachten staat, dan word ik wat sceptisch. Bovendien blijkt de politie al half en half toe te geven niet helemaal verstandig te hebben gehandeld. Dat is natuurlijk fnuikend voor haar martelaarsrol, die zij zich zelf toedicht, maar waarschuwt dat de politie normaliter duimen in ogen van demonstranten steekt of hun armen breekt. En zij werd alleen maar aangehouden en heen gezonden. Niks geen verbaal, niks geen veroordeling voor majesteitsschennis. Maar let op: het is nog lang geen 30 april, dreigt zij.
Voor majesteitsschennis kun je maximaal 5 jaar krijgen. Beledig je  zijn partner, opvolger, diens partner of de regent opzettelijk dan is dat een jaar minder waard.
Rare artikelen, artikel 111 en 112 van het Wetboek van Strafrecht, waar dat in geregeld is. Een beetje majesteit zou toch niet te schenden moeten zijn. Die hoort zoveel gezag uit te stralen dat elke schendende opmerking langs je afglijdt. Je staat niet alleen boven het volk, het kan je op deze manier ook niet raken. Want zou dat wel zo zijn dan verlies je heel wat van je majesteitelijkheid. Dan ben je maar een koninkje van niks. En wordt het toch een beetje te dol, dan moet je maar gewoon boos worden en een procedure wegens smaad beginnen, zoals wij dat allemaal kunnen. Natuurlijk kun je als koning geraakt worden. Als Nederland weer eens olympisch hockeykampioen wordt of als er ergens een dijk doorbreekt of een kerktoren omwaait. Dan verwacht de natie zelfs van je dat je geraakt wordt.
Dus afschaffen maar die artikelen 111 en 112 WvS. En als we dat toch aan het doen zijn dan ook maar artikel 147 WvS af. De Godslastering. Want een goede god laat zich toch niet lasteren. Die haalt zijn schouders bij zoiets op en denkt: “Ach, ze weten niet beter.” Dat dacht ik ook bij die Utrechtse studente.