MRI

De neurologe, een van de vele specialisten die mijn gezondheid in de gaten houdt, had het raadzaam gevonden om een MRI van mijn hersenen te laten maken. Of ik daar bezwaar tegen had? Nee, natuurlijk niet. Op medisch gebied kun je mij met een gerust hart indelen in de categorie ‘volgzame patiënten’. Ik ga er van uit dat de dames en heren dokteren er voor hebben doorgeleerd en hun vak goed verstaan. Zo goed als blindelings volg ik hun adviezen op en slik zonder morren de door hen voorgeschreven medicamenten. Mijn vertrouwen in de medisch stand is groot. Met zijn allen hebben ze me toch maar al meer dan 20 jaar aan de praat gehouden. Hulde!
Ik heb al veel behandelingen ondergaan, van blindedarmoperatie tot het plaatsen van stents, het schoon schrapen van zo goed als dichtgeslibde aderen en het aan elkaar naaien van een gescheurde achillespees. Een selectie van wat ik allemaal mocht mee maken. Een MRI ontbrak nog in deze illustere opsomming. Maar in die lacune is nu ook voorzien.
Keurig op tijd meldde ik mij in het hospitaal en werd doorverwezen  naar de wachtkamer tegenover deur nummer 22. De kamer deed zijn naam eer aan, want ik moest wachten tot 20 minuten na de afgesproken tijd. Intussen had ik mij onledig gehouden met het invullen van een lijst van mogelijke contra-indicaties die een MRI in de weg zou kunnen staan. Ik bleek er volgens de lijst er één te hebben, maar die telde niet mee volgens de laborant die mij kwam ophalen. Waarom dat dan wel op de lijst stond, vergat ik te vragen. Zoals afgesproken kleedde ik mij om in kleding zonder ook maar een fieseltje metaal, want dat zou de opname danig verstoren en mij geen goed doen. Ik had mij voorbereid op een zacht gezoem van het apparaat. Ik werd als een broodje in de oven in de machine geschoven en toen brak er een inferno los, een kakofonie aan herrie waarbij vergeleken de meest moderne atonale muziek nog zou klinken als een lieflijk Mozart-deuntje. Mijn God waarom hebt ge mij verlaten en wat een lawaai. Of ik zonder gehoorbeschermers in 10 smederijen te gelijk was. Als je niks mankeerde zou je het bij een MRI wel krijgen. Na een half uur trad er een oorverdovende stilte in. Of het ging, vroeg de laborante die mij uit de opnamebuis bevrijdde. Ik heb maar ja geknikt, ik ben toch niet voor niets een volgzame patiënt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *