Over

Het is pas over als het voorbij is. Een uitspraak die ik zo maar zou kunnen relateren aan mijn goede vader. Al weet ik niet zeker of deze uit zijn mond kwam. Maar hij is lang genoeg dood om hem met terugwerkende kracht en zonder tegenspraak  wijsheden in de mond te leggen. Ik kan ze toch niet allemaal van mijzelf hebben. Dus lijkt het mij goed mijn vader als bron op te voeren. “Oh God van het Hemelrijk, wat is de aarde ongelijk”, is een uitspraak die zeker van hem afkomstig is. Het is een verzuchting die hij geregeld slaakte. Soms als een commentaar op een bericht in de krant, soms als een reactie op zijn soms wat stramme lijf. Ik neem die kreet van harte over. Het lijkt of ik steeds meer op mijn vader ga lijken. Ik word steeds meer dat liedje waar Stef Bos jaren geleden zo’n succes mee had. Ik begin kaler en kaler te worden en straks moet ik naar de tandarts en zal mijn gebit meer en meer gelijkenis gaan vertonen met het tandenkerkhof dat in mijn vaders mond huisde. Maar het lijkt wel of de ontsteking die mijn kiezen teisterde aan het afnemen is. Ik kan met de aangedane kies weer gewoon bijten zonder dat er vlammende pijnen door mijn kakement schieten. Zou er een wonder gebeurd zijn zonder dat ik tot de Heilige Appolonia gebeden heb? Zij is immers een vreselijke marteldood gestorven, waarbij al haar tanden het moesten ontgelden, vandaar dat zij nu bij tandpijn aangeroepen kan worden. Maar dat heb ik dus niet gedaan. Dan zijn er nog twee mogelijkheden waardoor de pijn verdwenen lijkt. Het kan nog de nawerking zijn van het paracetamolletje dat ik vannacht nam. Maar evengoed is het de illustratie van het merkwaardige feit dat op het moment dat je voor een kwaal of kwaaltje naar de dokter gaat, de pijn niet meer bestaat.
Ik zal over een goed uur het oordeel maar aan mijn tandarts overlaten. Zij heeft er tenslotte voor doorgeleerd. En voor de rest: het is pas over als het voorbij is.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *