Pas

Ooit volgde ik Russische les. Ongeveer negen maanden lang ging ik trouw elke donderdagavond naar de ruimte waar de Volksuniversiteit de cursus gaf. Ik leerde braaf de letters van het Cyrillische alfabet op de wijs van ‘Altijd is Kortjakje ziek’ te zingen en leerde dat een Ρ een R is en de Η een N en dat Φ staat voor F.  En ook mijn woordenschat breidde zich allengs uit. Maar het vervoegen van werkwoorden, de in mijn oren tientallen verbuigingen en nog veel later de aspectparen, dat werd me te veel. Ik stopte met de cursus en de keren dat ik in Rusland was oogstte ik bewondering met het in , naar men mij zei, bijna accentloos Russisch, te vertellen dat ik geen Russisch sprak, slechts twee woorden, tolke dwa slova. Opschriften kan ik nog steeds lezen, maar ik weet lang niet altijd wat ze betekenen. Ik versta losse woorden, ik ken losse woorden, maar zinnen? Niets daarvan.
Dat zelfde heb ik nu ook, nu ik op bridgeles zit. Al een paar weken. Diep in mijzelf voel ik dat ik geen geboren bridger ben. Maar ik probeer ijverig bij te houden wat mij geleerd wordt. Ik heb het zelfde gevoel als bij Russisch of anders als bij een lezing over nanodeeltjes. Tijdens de lezing denk ik het te snappen, maar zodra het bedankapplaus voor de spreker geklonken heeft ben ik het al weer kwijt. Ik let goed op bij bridge, maar ben wel teleurgesteld dat er zoveel afspraken zijn waar je je aan moet houden. Waar blijft de eigenzinnigheid? Honneur op honneur, 2e man laag, 3e man doet wat hij kan, kleintje belooft plaatje, hoge middelkaart ontkent plaatje. Om nog maar te zwijgen over de Stayman of de Jacobytransfer bij een 1SansAtout-opening. Ik voel me een Nederlandse analfabeet in Rusland als ik vergeten blijk te zijn dat  na de biedingen 1SA-2♣ mijn bod 2♦ ook of vooral betekent dat ik geen vierkaart in ♥ of ♦ heb.
Bridge is voor mij als Russisch. Ik ken een stel woordjes, maar er iets zinnigs van maken? Nog lang niet. Ik pas.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *