September

Eigenlijk hoorde ik op dit moment op mijn fiets te zitten. Op weg naar de stad, naar de boekenwinkel. Naar een presentatie. Maar het regent. En het regent mij te hard. Ik heb geen zin om als een verzopen kat aan te komen en het steeds kouder krijgend in het publiek mijn natte broekspijpen te voelen opdrogen. Misschien naar mijn buurman of -vrouw te kijken en op wat mededogen hopend te mompelen: “Wat een weertje, hè.” En hij of zij zal antwoorden: “Zeg dat wel. We hebben er wat voor over.”
Niet dus, dat heb ik er niet voor over. Het boek dat gepresenteerd wordt heb ik al op mijn stapeltje nog te lezen boeken liggen. Hoorde al de nodige interviews met de schrijver op radio en tv en las wat recensies. Ik laat de presentatie voor wat die is.
Ik tik op de zoekmachine ‘september gedichten’. Als je toch binnen blijft is er bijna niets beters te doen dan in  wat gedichten te grasduinen. Er zijn heel wat dichters die over september hebben geschreven. Word ik niet erg blij van. September staat voor grijze triestheid, een zomer die voorbij is. Alleen in een kinderliedje klinkt nog iets door van hoe warm het kan zijn, voor de rest is het grauw, zwaar bewolkt en regent het. En als het niet regent dan miezert het toch een beetje.
Ik zit binnen. Ik blijf binnen, draai de thermostaat wat hoger.  Volgend weekend zijn Gade en ik naar Meppel. Het is nu een uitstekend moment om op zoek te gaan naar een hotel voor een nacht. We tuimelen langs de aanbiedingen. Snel boeken. Nog 1 kamer vrij. Vreemd dat dat bij bijna alle kamers is. Als ik geboekt heb, blijkt er nog steeds 1 kamer vrij te zijn.
Volgende week is het oktober. September voorbij.Het regent nog steeds.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *