Slaaf

Vanochtend om half acht liep de wekker weer af. Voor het eerst in vijf weken werd ik weer wakker van de radionieuwsdienst of hoe dat tegenwoordig ook mag heten. Het was niet voor mij zelf. Ik hoef nauwelijks meer wekkers voor wat dan ook te zetten. Nee, Gade moest weer aan het werk. Voor het eerst na haar vakantie. Ik stoot haar voorzichtig aan. Zij wordt van het radiogeluid meestal niet wakker. “Half acht, je moet opstaan.” Ze produceert een onbestemd gebrom. Voor mij is de wekker van half acht het teken dat ik nog een uurtje kan blijven liggen. Gade niet. Die moet naar Arnhem, naar haar werk. Na al die weken valt het haar zwaar weer in het daagse ritme te komen. Het ritme van opstaan, douchen, ontbijt, met de fiets naar het station, trein, wandeling naar het bureau en aan de slag. Zou het toeval zijn dat haar eerste werkdag samenvalt met de Internationale dag ter herinnering aan de slavenhandel en de afschaffing ervan? Deze dag is ingesteld door de UNESCO, die ons uitnodigt om na te denken over de gevolgen van slavernij, maar ook over de moderne vormen van slavernij die vandaag de dag nog bestaan. Laat duidelijk zijn: Gade is geen slaaf. Mijn Ome Kees was dat wel. Althans dat zeiden mij vader en moeder vroeger. Ome Kees was de broer van mijn vader. Ome Kees is zijn hele leven ongetrouwd gebleven. Hij was bakkersknecht en woonde in bij de bakker en zijn vrouw. Het verhaal ging dat hij geen loon kreeg, maar louter kost en inwoning en misschien een zakcentje. Maar geen echt loon. “Slavenwerk”, zeiden mijn ouders. Ik had een bijzondere band met Ome Kees. We waren op dezelfde dag jarig.We scheelden weliswaar 52 jaar, maar toch. Toen Ome Kees ophield met werken trok hij in bij het gezin van zijn zus Anna en zwager Jan, mijn tante Anna en oom Jan, die hem liefdevol opnamen. In 1976 is Ome Kees gestorven, 82 jaar oud.
Vreemd hoe ik vanuit Gade’s eerste werkdag, via de UNESCO terecht kom bij mijn Ome Kees, die ik mij herinner als een heel vrolijke oom.

3 reacties op Slaaf

  1. Ineke schreef:

    Ome Kees! Ik herinner me hem ook nog heel goed, hoe hij altijd vrolijk een bepaald liedje neuriede en zich daarbij op de muur kloppend begeleidde. En uit de soep het soepvlees apart legde om dat na de soep met piccalilly op te eten. En het witte paviljoentje daar in de tuin… Appelbomen. Gouden herinneringen! (Waarbij ik nu misschien wel wat dingen door elkaar haal…?)

  2. Peter Vissers schreef:

    Ome Cees. Die van mij was met een C. Hij was getrouwd met een zus van mijn moeder. Woonde in Breda. Woonde, want ook hij is niet meer onder ons. Mijn ome Cees was ontzettend grappig. Hij hield van wandelen en dronk graag een paar biertjes. Als hij dronken was, wat af en toe voorkwam, ging hij op handen en voeten lopen. Heel elegant en soepel. Mijn tante zei dan: “Wanne zot, nie.” Voorafgaand aan zijn pensionering was hij bang dat er ”ginne godverdomme” meer over was als hij ”aan de beurt” zou zijn. Dat bleek mee te vallen. Hij mocht zich graag opwinden over ”laaienlichters” in bedrijfsleven en politiek. Na een tirade besloot hij onveranderlijk gul: ”Maar ja, we zijn er natuurlijk alleen maar op tegen omdat wij niet mee mogen doen.”

  3. Lolly schreef:

    Thanks for the excellent review, Anax. I found this a real slog, though worth it in the end. I had to rely on your review to understand the wordplay of 23d.In 18a I thought that “fencing equipment” was a pretty poor definition – you would not refer to paint as “wall eq2m;ient&#82u1p.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *