Staan

“Ik doe nu eigenlijk iets wat ik niet mag.” Verbaasd kijk ik de prikzuster aan. Er wordt bloed bij mij afgetapt voor weer eens een medisch onderzoek. De zuster, ze heet Kim volgens het bordje op haar borst, heeft me eerder al gezegd dat ik wel erg dunne adertjes heb. Dat wist ik al, want ooit was een ingreep via een polsader bij mij niet mogelijk. De ader was te smal. “Maar het gaat wel lukken, hoor”, stelde ze me tegelijkertijd gerust. “Ik ga er bij staan, dan lukt het mij zeker.” En toen zei ze dat ze iets deed wat niet mocht. Staan bij het prikken. Dat had de ARBO-dienst zo bepaald. Het is maar dat u het weet: prikzusters mogen eigenlijk alleen maar zittende prikken. Ook al kan het voorkomen dat het staand makkelijker gaat, eigenlijk horen ze te zitten. Want de ARBO heeft bedacht dat als ze al maar staand zou prikken haar rug wel eens kon gaan opspelen. En daarom moet er gezeten worden.
In mijn geval hadden zowel Kim als ik veel baat bij haar overtreding van de regels. Kim kan makkelijker bij mijn ader en op die manier, zij kon de naald vlakker houden, zei ze, prikte ze pijnloos.
Ik vroeg haar wie dat controleerde, of ze zat of stond. Een keer per jaar kreeg ze een audit. Dan keek er iemand over haar schouder mee. Maar zelfs dan, als zij het nodig vond, prikte ze staand. Natuurlijk had ze begrip voor de regel. Als je drie uur continu moet prikken, krijg je last van je rug als je dat staande doet. Maar zo vaak kwam dat niet voor en dan wisselde je als vanzelf af.
Kim plakt een pleister op het prikwondje. Ik rol mijn mouw weer naar beneden en trek mijn jas aan. In de gang iets verderop zijn bouwvakkers druk bezig met het slopen van een kamer. Stof en splinters vliegen in het rond. Ik zie niemand met een veiligheidsbril of -helm. En de drie mannen staan in de meest rare houdingen om hun sloopwerk goed te kunnen doen. Hier worden vast ook heel wat ARBO-regels genegeerd. Klinkt beter dan overtreden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *