Tegenwind

Ik had een plezierige afspraak in het dorp W. W ligt zo’n 14 kilometer van waar ik woon. Het weer zag er stralend uit. Veel blauw en als er al een wolk was, trok die snel, heel snel voorbij. Dat had natuurlijk een teken moeten zijn, maar ik sloeg het in de wind. Ik besloot met de fiets naar W te gaan. Even nog rikraaien wat aan te trekken en toen opgestapt. Ik voelde me prima. Er wordt vaak tegen me gezegd dat bewegen zo goed voor me is. Ik geloof dat graag en bewegen, hoe zeer ik er soms ook tegen opzie, geeft, zeker na afloop altijd een groot gevoel van voldoening. Zolang ik in de stad ben voel ik wel dat de wind stevig waait. Ik zie het ook. Ik rijd de route die de plasticafvalophaalauto nog moet rijden en ik slinger tussen de her en der weg gewaaide zakken door. De wind vermaakt zich er mee die lichte zakken overal heen te laten rollen. Een paar zijn al kapotgereden en de inhoud waait als confetti over de straat. Ik laat de woonhuizen achter me en rijdt een industrieterrein op. Het lijkt of de ingang daarvan bewaakt wordt een torenhoog en wat uit het lood staand gebouw. De wind turbuleert daar om heen. Als ik om de hoek kom, slaat die mij bijna van mijn fiets. Als een steilewandrijder hang ik schuin tegen de wind in. Ik sta zo goed als stil. Heb zelfs het idee dat ik vooruit trap en achteruit rij. Bewegen is goed voor mij, maar nu sta ik zo goed als stil terwijl mijn benen hun uiterste best doen. Verderop ligt de brug over het kanaal. Ook op die helling weer een windvlaag van jewelste die mij zo goed als stil doet staan. Even overweeg ik terug naar huis te rijden en de auto te pakken. Maar ik fiets door en bereik met een gierende wind in mijn oren mijn bestemming. De inspanning is het waard geweest.
Op de terugweg beloont de wind mij. Ze is niet gedraaid en geeft me nu een extra duwtje in de rug. Later op het journaal zie ik omgewaaide vrachtwagens. Ik heb stand gehouden, zij het ternauwernood.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *