Tennis

Zondagmiddag. Met een oog kijk ik naar de finale Nadal-Federer, met het andere lees ik in “De Begraafplaats van Praag”. Ik ben bij de beschrijving van de degradatie van kapitein Dreyfus. Al lezend in dit boeiende boek bedenk ik dat het een afspiegeling is van onze tijd. Alleen zijn de gecreëerde vijanden nu niet niet de joden of vrijmetselaars, maar wordt ons aangepraat dat de moslims de bedreiging zijn. De geschiedenis lijkt zich te herhalen. Het enige wat we van de geschiedenis leren is dat we er niets van leren.  Alles, maar dan ook alles zal zich altijd weer herhalen. Misschien ander namen, maar het model, het format blijft het zelfde.
Kan dat wel, lezen en een wedstrijd kijken te gelijkertijd. Ik heb daar wat op gevonden. Zo’n tenniswedstrijd kan een hele tijd duren en ik breng het niet op al die uren geconcentreerd te blijven kijken. Ik zet het geluid zo zacht dat de opwinding van commentator opvalt. Dat is het moment om uit mijn boek op te kijken en ruim op tijd te zijn voor de herhaling van het spannende moment of de memorabele slagenwisseling. En soms zet ik, zeker in het begin van een set, het geluid helemaal uit.
Ooit heb ik ook zelf getennist. Een paar jaar zelfs samen met Gade lid geweest van een zelfde club. “The Insiders”. Nu heb ik me dat nooit helemaal gevoeld bij deze sport. Ik kreeg de bal weliswaar geregeld over het net, maar lang niet altijd viel hij dan in het vak waar het moest. Het ontbrak mij aan kracht en snelheid. “Je had geen techniek, maar was wel slim”, is de analyse die ik na al die jaren nog van Gade krijg op mijn spel. Nee, ik had niets van een Federer, laat staan een Nadal in me. Niet in de verste verte, zelfs als ik ze maar met een half oog bekijk. Het is duidelijk. Ik lees beter dan dat ik tennis.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *