Terug

Ik keer weer langzaam terug in het land der levenden. Vijf dagen was mijn wereld niet groter dan mijn slaapkamer, die ik ook in de nachten voor mijzelf had. De verhoging die ik had is nog minimaal, te verwaarlozen eigenlijk. En dat is nou net volgens Gade wat ik niet moet doen. Deze lichte ongesteldheid verwaarlozen. Zij heeft al te veel meegemaakt dat mensen die dachten dat het griepje over was weer volledig aan de slag gingen. Alsof hun hoest niet vast gezeten had, hun hoofd niet vol watten leek gestopt en de huid en spieren gevoelig waren voor elke aanraking. Kortom dat zij hun ziektetje dachten overwonnen te hebben, maar na een paar dagen toch een terugslag kregen, ernstiger dan wat zij hadden meegemaakt. Ik neem aan dat dat bij mij allemaal wel zal meevallen. Mijn actieradius zal zich vergroten tot mijn werkkamer, straks even een consultje bij mijn diëtiste en dan zal het wel weer tijd worden voor een middagdutje. Dat is toch ook een groot voordeel van het pensionado zijn zonder al te veel sociale verplichtingen. Dat je de tijd aan je zelf hebt en je je niet schuldig hoef te vullen over het feit dat je anderen met werk opzadelt dat eigenlijk voor jouw bedoeld was. Ach, eigenlijk is de grens tussen het land der levenden en mijn Biebelebontse dolce-far niente-bestaan erg vaag en zo die nog te onderscheiden is, zijn de grenscontroles al jaren geleden afgeschaft. De afgelopen vijf ziekendagen ben ik nergens gemist, niemand heeft op me zitten wachten, ik heb niemand hoeven afbellen. Ik vind dat een troostrijke gedachte, het geeft een gevoel van grote vrijheid, een te koesteren gevoel van overbodigheid. Er zijn mensen die bang zijn voor het zwarte gat na hun arbeidzaam bestaan. Mocht ik in zo’n zwart gat beland zijn dan is dat van mij feestelijk verlicht en met kleurrijke slingers behangen. Ik geniet van de zoetheid van het ledige bestaan met en zonder verhoging.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *